Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 juli 2025 in de zaak tussen
[eiser] , v-nummer: [nummer] , eiser
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
de aangiftebetoogt eiser verder dat de minister zich ten onrechte op het standpunt stelt dat de aangifte eisers problemen niet onderbouwt. De minister stelt ten onrechte dat eiser tegenstrijdig heeft verklaard over de afgiftedatum. Eiser betoogt dat er sprake is van vertalingsfouten door de tolk en dat hij deze in de correcties en aanvullingen op het nader gehoor niet heeft verbeterd, omdat het verklaringen van de tolk betreffen en niet die van eiser. In de aangifte staat volgens eiser letterlijk dat hij op 8 januari 2017 aangifte heeft gedaan van de brandstichting en het schietincident en dat de aangifte is afgegeven op 9 januari 2017 en niet 9 januari 2018. Eiser heeft verklaard conform de inhoud van de aangifte. Verder worden volgens eiser in Libische aangiftes standaard geen namen vernoemd wegens veiligheidsredenen. De minister heeft ook deze omstandigheid niet onderzocht en werpt eiser ten onrechte tegen dat er wel een naam staat genoemd in de door eiser overlegde aangifte. Volgens eiser ligt de bewijslast op dit punt bij de minister. De omstandigheid dat eisers familienaam ‘[familienaam]’ niet in de aangifte is genoemd, is niet opmerkelijk.
het arrestatiebevelbetoogt eiser nog dat de minister ten onrechte stelt dat de naam daarop niet overeenkomt met de naam in het paspoort van eiser. In Libië worden namen volgens eiser soms anders geschreven en het is volgens eiser duidelijk dat het arrestatiebevel aan hem gericht is. Eiser wijst erop dat in Libië vaak de naam en voornaam van de vader wordt gebruikt. Verder mag de minister eiser niet tegenwerpen dat in 2018 een arrestatiebevel wordt uitgevaardigd naar aanleiding van een voorval in 2014, daartoe moet de minister navraag doen bij de desbetreffende instantie en niet bij eiser.
.Zoals in het bestreden besluit niet ten onrechte is geconcludeerd, ondersteunen de door eiser overgelegde documenten het asielrelaas van eiser niet nu deze waarschijnlijk niet en mogelijk niet door de daartoe bevoegde instanties zijn opgemaakt en afgegeven.
Heeft u ooit andere problemen ondervonden vanwege uw kritiek dan de