Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , eiseres,
Procesverloop
verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis voor verblijf bij
[referent] (referent).
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar aanvraag om verlenging van een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van nareis. De rechtbank had eerder, op 4 november 2024, het beroep van eiseres gegrond verklaard en verweerder opgedragen om binnen acht weken een besluit te nemen. Eiseres heeft op 27 maart 2025 opnieuw beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig een besluit had genomen. De rechtbank heeft het verzoek van eiseres om vrijstelling van het griffierecht voorlopig toegewezen, omdat zij betalingsonmacht had aangetoond. De rechtbank oordeelt dat, gezien de eerdere uitspraak, verweerder een dwangsom van € 200 per dag moet betalen voor elke dag dat hij de termijn overschrijdt, met een maximum van € 15.000. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen twee weken na de uitspraak een besluit op de aanvraag bekend te maken. Tevens zijn de proceskosten van eiseres vastgesteld op € 453,50. De uitspraak is gedaan op 21 juli 2025 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, en is openbaar gemaakt.