3.2.In het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 26 juni 2025 staat – voor zover van belang – het navolgende vermeld:
“De rechtbank houdt eiser voor dat in het aanvullend beroepschrift alleen maar is aangevoerd dat verweerder niet heeft voldaan aan zijn bewijslast, en dat daarmee voor de rechtbank niet duidelijk is waarover nu eigenlijk haar oordeel wordt gevraagd.
Gemachtigde verklaart: Dat is niet helemaal waar. Wij hebben ook de bezwaarschriften toegevoegd.
In antwoord op de vraag van de rechtbank wat nog in geschil is, zodat de rechtbank weet
waarover een oordeel moet worden gegeven, verklaart gemachtigde: Ik heb wel iets
opgesteld dat aansluit bij het bezwaarschrift. Ik vind dat verwijzing naar het bezwaarschrift
voldoende is. Ik wil een pleitnota overleggen, die gaat over de volgende geschilpunten:
Omkering van de bewijslast;
Bij de waarde vaststelling van de grond is geen rekening gehouden met vervuiling;
Negatieve kas/contante verkoop inventaris;
Correctie vervoersmiddelen;
Correctie privégebruik auto.
De rechtbank houdt gemachtigde voor dat hij daarmee geschilpunten opbrengt waar
verweerder niet op bedacht hoefde te zijn en zich niet op heeft kunnen voorbereiden.
Gemachtigde verklaart: Ik ben het daar niet mee eens, al die punten staan allemaal in het
bezwaarschrift die bij het beroepschrift zijn gevoegd. Ik ken de rechtspraak en die luidt anders dan u nu zegt.
De rechtbank leest voor uit het arrest van de Hoge Raad van 18 december 2009 (ECLI:NL:HR:BJ9616). Gemachtigde verklaart: Ik lees dit arrest anders.
De rechtbank houdt gemachtigde voor dat zij constateert dat het probleem hoe dan ook is,
dat het met de enkele verwijzing naar de bezwaarschriften voor de rechtbank en verweerder
een zoekplaatje wordt.
Ook ten aanzien van andere gronden is niet zomaar uit het bezwaarschrift te halen wat het geschil nu eigenlijk is.
De rechtbank houdt gemachtigde voor: Verweerder is zo welwillend geweest, te bedenken
wat het geschil zou kunnen zijn. Hij heeft een verweerschrift ingediend, waaruit duidelijk
blijkt hoe hij heeft opgevat wat nog in geschil is. U heeft daar niet op gereageerd, door erop
te wijzen dat het geschil niet beperkt is tot de in het verweerschrift behandelde punten.
Gemachtigde verklaart: Het verweerschrift bevat een overzicht van alle correcties.
De rechtbank houdt gemachtigde voor: Het verweerschrift begint met een beschrijving van
de achtergrond en geeft in punt 4 een eenduidige omschrijving van het geschil, zoals de
inspecteur het heeft opgevat. Het was toch wel passend geweest dat u had laten horen
wanneer u meende dat de inspecteur het geschil te beperkt opvatte.
Verweerder verklaart: Ik heb maar een beperkt beroepschrift kunnen opstellen. Ik heb naar beste weten het geschil gedefinieerd. Ik heb mij niet kunnen voorbereiden op de punten die de gemachtigde nu verder noemt.
De rechtbank houdt gemachtigde voor: De bedoeling van de motiveringsplicht is eerst en
vooral dat duidelijk wordt gemaakt waarover van de rechtbank een oordeel wordt verlangd.
Dat wordt te veel een zoekplaatje op deze manier. Dat is niet hoe het moet zijn. Verweerder
heeft naar beste vermogen bedacht wat het geschil dan wel zou zijn, u heeft daar niet op
gereageerd, en nu rakelt u allerlei punten op waar wij ons niet op hebben voorbereid.”