mw. mr. M.F. Baaij

De rechtbank heeft de adoptie van [minderjarige 1] door verzoekers toegewezen, ondanks het ontbreken van de vereiste beginseltoestemming, omdat dit in het belang van het kind is.

Verzoeker vraagt wraking van rechter wegens vermeende vooringenomenheid en gebrekkige communicatie. Wrakingskamer wijst verzoek af en stelt dat geen feiten wijzen op vooringenomenheid.

De wrakingskamer verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking van de rechter wegens te late indiening.

De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking van de kantonrechter afgewezen, omdat er geen aanwijzingen zijn voor partijdigheid.

De rechtbank Den Haag heeft op 26 augustus 2025 een beschikking gegeven over de toevertrouwing van een minderjarige, zorgregeling en kinderalimentatie. De vrouw is niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoeken, en de man moet € 230,- per maand aan kinderalimentatie betalen.

De rechtbank heeft de moeder toestemming verleend voor de inschrijving van hun kind bij een MBO-opleiding, terwijl het verzoek van de vader is afgewezen.

De voorzieningenrechter heeft de man toestemming verleend om hun minderjarige kind in te schrijven op basisschool [school 2], en partijen zijn doorverwezen naar Ouderschapsbemiddeling.

De Rechtbank Den Haag heeft op 7 augustus 2025 de echtscheiding uitgesproken tussen een vrouw en een man, met nevenvoorzieningen zoals een ouderschapsplan en de afwikkeling van het huwelijksvermogensregime.

De rechtbank verleent vervangende toestemming aan de moeder voor vakantie en kinderopvang, en bepaalt dat de vader de helft van de kosten moet betalen.

De Rechtbank Den Haag verleent op 10 juli 2025 een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een betrokkene, met aanvullende verplichte zorg, tot en met 31 juli 2025.

De wrakingskamer van de Rechtbank Den Haag heeft op 29 juli 2025 het wrakingsverzoek tegen rechter E. Kouwenhoven afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing door de verzoeker.

Wrakingsverzoek afgewezen; geen vooringenomenheid van de politierechter vastgesteld.

Wrakingsverzoek afgewezen; geen aanwijzingen voor vooringenomenheid kantonrechter.

Wrakingsverzoek tegen kantonrechter afgewezen wegens gebrek aan objectieve schijn van vooringenomenheid.

Wrakingsverzoek afgewezen; rechter had geen oordeel gevormd over ontvankelijkheid verzoeker.

De rechtbank Den Haag heeft op 24 juli 2025 het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag afgewezen en het verzoek van de moeder om wijziging van achternaam afgewezen. De Raad voor de Kinderbescherming wordt verzocht een onderzoek te doen.

De rechtbank verleent een zorgmachtiging voor verplichte zorg aan een minderjarige vanwege psychische stoornissen, ondanks verzet van de minderjarige en zijn advocaat.

De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de nevenvoorzieningen, waaronder de verdeling van de echtelijke woning en de afwikkeling van de huwelijkse voorwaarden, vastgesteld.

De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om vervangende toestemming voor een vakantie naar Somalië met haar dochter afgewezen, vanwege veiligheidsrisico's.

De wrakingskamer verklaart verzoekster niet-ontvankelijk in haar wrakingsverzoek tegen rechter mr. I.D. Bellaart, omdat de wet geen wraking na uitspraak toestaat.

De wrakingskamer verklaart het wrakingsverzoek van verzoeker tegen mr. I.D. Bellaart niet-ontvankelijk, omdat de wet geen wraking na uitspraak toestaat.

De rechtbank beëindigt het ouderlijk gezag van de vader over zijn kinderen en benoemt de Stichting Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot voogd.

De kinderrechter heeft op 27 maart 2025 een voorlopige ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige uitgesproken vanwege huiselijk geweld en onveilige thuissituatie.

De kinderrechter heeft [minderjarige] voorlopig onder toezicht gesteld en een machtiging tot uithuisplaatsing verleend vanwege ernstige zorgen over zijn ontwikkeling en veiligheid.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] vanwege ontwikkelingsbedreigingen en niet nagekomen veiligheidsafspraken door de ouders.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van een minderjarige tot 24 april 2026 en de machtiging tot uithuisplaatsing tot 24 oktober 2025, met de beslissing uitvoerbaar bij voorraad.

Rechtbank Den Haag spreekt echtscheiding uit en wijst verzoek om volledige draagplicht huurschuld af, beide echtgenoten zijn voor de helft draagplichtig.

De rechtbank heeft de hoofdverblijfplaats van [minderjarige 2] bij de moeder vastgesteld en een zorgregeling voor beide kinderen bepaald, waarbij zij om en om bij de ouders verblijven.

De rechtbank ontzegt de vader het recht op omgang met zijn minderjarige kind, gezien de schadelijke gevolgen voor de ontwikkeling van het kind.

De rechtbank Den Haag heeft de verzoeken van de moeder om vervangende toestemming voor verhuizing en inschrijving van [minderjarige] op een basisschool afgewezen, omdat dit niet in het belang van het kind zou zijn.

De rechtbank heeft het verzoek tot het vaststellen van een omgangsregeling tussen [naam 1] en haar halfzussen en -broer afgewezen, omdat er onvoldoende bewijs was voor een nauwe band.

De rechtbank beëindigt het ouderlijk gezag van de ouders over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] en benoemt de gecertificeerde instelling tot voogd, vanwege ernstige zorgen over de ontwikkeling van de kinderen.

De kinderrechter heeft op 29 augustus 2024 het verzoek tot machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] afgewezen, omdat de moeder in staat is om de zorg te dragen in het moeder- en kindhuis.

De kinderrechter verlengt de machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] en wijst het verzoek tot uithuisplaatsing van [minderjarige 3] af.

De kinderrechter verleent een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, noodzakelijk vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen, voor de periode van 9 juli 2024 tot 9 oktober 2024.

De kinderrechter verleent een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een kwetsbare minderjarige, met nadruk op veiligheid en de noodzaak van passende hulpverlening.

De kinderrechter verleent een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, gezien zijn gedragsproblemen en de noodzaak voor behandeling. De machtiging geldt van 28 juni 2024 tot 28 december 2024.

De kinderrechter heeft een ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige goedgekeurd, gezien de onveilige thuissituatie en de kwetsbaarheid van het kind.

De kinderrechter verleent een machtiging voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige vanwege ernstige gedragsproblemen, voor een periode van drie maanden.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van [naam01] tot 1 april 2024, gezien de geboekte vooruitgang en de noodzaak voor stabiliteit.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling van [naam01] en verleent een machtiging tot uithuisplaatsing in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp, met een traject naar een open plek.

De kinderrechter heeft op 21 september 2023 de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam01] verlengd tot 22 maart 2024, gezien het ontbreken van een perspectiefbiedende plek en de noodzaak voor diagnostisch onderzoek.

De kinderrechter heeft op 14 september 2023 de kinderen [naam01] en [naam02] onder toezicht gesteld vanwege ernstige zorgen over hun ontwikkeling door communicatieproblemen tussen de ouders.

De kinderrechter heeft op 14 september 2023 een machtiging tot uithuisplaatsing verleend voor een ongeboren kind en een minderjarige, vanwege ernstige zorgen over hun veiligheid en ontwikkeling.

De rechtbank heeft het verzoek tot rechterlijke machtiging voor opname en verblijf afgewezen, omdat onvoldoende aannemelijk was dat de cliënt lijdt aan een psychogeriatrische aandoening.

De rechtbank heeft de teruggeleiding van twee minderjarige kinderen naar België gelast na een ongeoorloofde overbrenging door de moeder. De terugkeer moet uiterlijk op 8 mei 2023 plaatsvinden, onder voorwaarden.

De kinderrechter verlengt de ondertoezichtstelling en machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige01] tot respectievelijk 22 maart 2024 en 22 september 2023, en houdt de behandeling van het verzoek aan tot een nader te bepalen zitting.

Tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag over de afwijzing van een aanvraag voor maatschappelijke opvang door een alleenstaande moeder. De rechtbank oordeelt dat het college onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de zelfredzaamheid van eiseres en de belangen van haar kinderen.

Tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag over de afwijzing van maatschappelijke opvang voor een vader en zijn kinderen. De rechtbank oordeelt dat het college onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de zelfredzaamheid van de vader en de belangen van de kinderen niet heeft meegewogen.

De kinderrechter heeft het verzoek van de vader tot schorsing van de uitvoerbaarheid van een schriftelijke aanwijzing afgewezen, omdat de zorgregeling in het belang van de minderjarige is en er geen extra gezondheidsrisico's zijn.