ECLI:NL:RBDHA:2025:1407
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van Senegalese eiseres met beroep tegen veilig land van herkomst
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Amsterdam, wordt het beroep van een Senegalese eiseres tegen de afwijzing van haar asielaanvraag behandeld. De eiseres, geboren in 2004, heeft op 15 november 2024 asiel aangevraagd in Nederland, nadat zij op 12 november 2024 vanuit Senegal via Marokko naar Nederland was gereisd. De aanvraag werd afgewezen door de minister van Asiel en Migratie op 25 november 2024, omdat deze als kennelijk ongegrond werd beschouwd. De rechtbank beoordeelt of de afwijzing terecht was, met name in het licht van de status van Senegal als veilig land van herkomst.
De rechtbank stelt vast dat de eiseres aanvoert dat zij door haar tante wordt gedwongen om met haar veel oudere neef te trouwen en dat zij mishandeld wordt. De rechtbank oordeelt dat de identiteit en nationaliteit van de eiseres geloofwaardig zijn, maar dat de problemen met de tante niet op geloofwaardigheid zijn beoordeeld door de verweerder. De rechtbank concludeert dat Senegal als veilig land van herkomst kan worden aangemerkt, ondanks de uitzonderingen voor bepaalde groepen, zoals de LHBTI-groep. De rechtbank verwijst naar eerdere rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, die stelt dat een land als veilig kan worden aangemerkt, zelfs als er uitzonderingen zijn voor bepaalde groepen.
De rechtbank komt tot de conclusie dat de minister de asielaanvraag van de eiseres op goede gronden heeft afgewezen. Het beroep van de eiseres wordt ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. R. Hirzalla, in aanwezigheid van mr. L. Kooring, griffier, en is openbaar gemaakt op 5 februari 2025.