Uitspraak
Beschikking op het op 31 mei 2024 ingekomen verzoek van:
[de man] ,
[de vrouw] ,
Procedure
- het verzoekschrift;
- het F9-formulier van 20 juni 2024 van de man, met bijlage;
- het e-mailbericht van 10 juli 2024 van de moeder;
- verschillende uitstelverzoeken;
- het verslag van de bijzondere curator met bijlagen, binnengekomen op 28 oktober 2024;
- het F9-formulier van 11 november 2024 van de moeder;
- het F9-formulier van 13 november 2024 van de man, met verweer tegen het advies van de bijzondere curator;
- het verweerschrift van de moeder, ingekomen op 16 juni 2025;
- het F9-formulier van 17 juni 2025 van de moeder, met bijlagen;
- het F9-formulier van 18 juni 2025 van de man, met bijlagen.
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat;
- de moeder via online videoverbinding, bijgestaan door haar advocaat;
- de bijzondere curator;
- [naam] namens de Raad voor de Kinderbescherming.
Feiten
- Partijen hebben een affectieve relatie met elkaar gehad van 2018 tot en met 2023.
- De moeder is de moeder van de nu nog minderjarige [de minderjarige] , geboren op [geboortedatum 1] 2021 te [geboorteplaats 1] .
- [de minderjarige] is niet erkend.
- De moeder heeft van rechtswege het eenhoofdig gezag over [de minderjarige] .
- De moeder geeft geen toestemming voor de erkenning door de man.
- De man, de moeder en [de minderjarige] hebben de Nederlandse nationaliteit.
- Bij beschikking van deze rechtbank van 9 juli 2024 is mr. I.J. Pieters voornoemd benoemd tot bijzondere curator teneinde [de minderjarige] ingevolge artikel 1:212 BW te vertegenwoordigen.
Verzoek en verweer
primair: een zorgregeling op grond van artikel 1:253a BW te bepalen waarbij:
- subsidiair: voornoemde regeling op grond van artikel 1:377a BW vast te leggen als een omgangsregeling;
- meer subsidiair: een regeling te bepalen die de rechtbank juist acht;