Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
- een voetgangersoversteekplaats te naderen, en/of
- vervolgens te zwaaien naar tegemoet komend verkeer, en/of
- het tegemoetkomende verkeer in zijn linker zijspiegel te volgen, en/of
- onvoldoende aandacht te hebben voor het overige verkeer, en/of
- onvoldoende aandacht te hebben voor voetgangers op de voetgangersoversteekplaats, en/of
- niet tijdig zijn voertuig tot stilstand heeft gebracht voor de voetgangersoversteekplaats,
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten een wond op het hoofd, en/of scheurwonden in het gelaat, en/of letsel aan het neustussenschot, en/of botbreuken in het neusbeen en de bovenkaak, en/of een forse breuk in het tandbeen tussen de bovenste hoektanden waarbij de rechterhoektand en alle snijtanden uit de mond zijn geslagen, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
3.De bewijsbeslissing
- een voetgangersoversteekplaats te naderen, en
- vervolgens te zwaaien naar tegemoet komend verkeer, en
- het tegemoetkomende verkeer in zijn linker zijspiegel te volgen, en
- onvoldoende aandacht te hebben voor het overige verkeer, en
- onvoldoende aandacht te hebben voor voetgangers op de voetgangersoversteekplaats, en
- niet tijdig zijn voertuig tot stilstand heeft gebracht voor de voetgangersoversteekplaats,
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten een wond op het hoofd, en scheurwonden in het gelaat, en letsel aan het neustussenschot, en botbreuken in het neusbeen en de bovenkaak, en een forse breuk in het tandbeen tussen de bovenste hoektanden waarbij de rechterhoektand en alle snijtanden uit de mond zijn geslagen
.
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De toepasselijke wetsartikelen
8.De beslissing
80 (TACHTIG) UREN;
40 (VEERTIG) DAGEN;
6 (ZES) MAANDEN;
niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op twee jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.