Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
[betrokkene]
Het verloop van de procedure
Overwegingen
minor traffic offences.
Beslissing
Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Den Haag op 1 augustus 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete van € 238,00 wegens overschrijding van de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de redelijke termijn is overschreden, maar wijkt af van de jurisprudentie van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, die stelt dat in dergelijke gevallen de boete met 25% moet worden verminderd en proceskosten vergoed moeten worden. De kantonrechter sluit aan bij de jurisprudentie van de Hoge Raad, die in eerdere arresten heeft geoordeeld dat bij geldboetes tot € 1.000,00 volstaan kan worden met de constatering van de overschrijding van de redelijke termijn zonder dat een vermindering van de boete noodzakelijk is. De kantonrechter oordeelt dat de rechtseenheid meer gewicht in de schaal legt dan het eigenstandige karakter van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. Daarom verklaart hij het beroep ongegrond en ziet hij geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.