ECLI:NL:RBDHA:2025:14664
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Nederlands paspoort door niet tijdig vaststellen biologisch vaderschap
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 11 juli 2025, wordt het beroep van eiser, een minderjarige uit Ghana, tegen het besluit van de minister van Buitenlandse Zaken behandeld. Eiser had een aanvraag ingediend voor een Nederlands paspoort, maar deze aanvraag werd buiten behandeling gesteld omdat hij niet voldeed aan de vereisten voor het verkrijgen van de Nederlandse nationaliteit. De rechtbank oordeelt dat de vader van eiser, die de Nederlandse nationaliteit bezit, het biologisch vaderschap niet binnen de vereiste termijn van één jaar na erkenning heeft aangetoond. Eiser betoogt dat hij door de erkenning automatisch de Nederlandse nationaliteit heeft verkregen en dat de termijn van één jaar onredelijk is, vooral gezien de omstandigheden waaronder de erkenning heeft plaatsgevonden. De rechtbank wijst deze argumenten af en stelt vast dat de wetgeving duidelijk is over de vereisten voor het verkrijgen van een Nederlands paspoort. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat eiser geen recht heeft op een vergoeding van proceskosten.