In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 6 augustus 2025 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen het besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland om zijn verzoek op grond van de Wet open overheid (Woo) buiten behandeling te stellen. Eiser had op 15 juli 2024 een Woo-verzoek ingediend voor de openbaarmaking van documenten met betrekking tot de (herstel)werkzaamheden aan de N211 tussen 1 januari 2015 en 9 juli 2024. Verweerder stelde het verzoek buiten behandeling op 4 oktober 2024, omdat hij meende dat eiser zich schuldig had gemaakt aan misbruik van recht. De rechtbank oordeelde dat verweerder onvoldoende bewijs had geleverd voor deze claim en dat het verzoek niet onverwijld was behandeld. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit, herroept het primaire besluit en droeg verweerder op om binnen 12 weken een nieuwe beslissing te nemen op het Woo-verzoek van eiser.