ECLI:NL:RBDHA:2025:14666
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing verzoek registratie briefadres in Basisregistratie Personen
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 6 augustus 2025 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn verzoek om een briefadres te registreren in de Basisregistratie Personen (Brp). Eiser, vertegenwoordigd door mr.drs. A.C.M. Brom, heeft zijn verzoek ingediend op 17 april 2024, maar dit werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwkoop, vertegenwoordigd door mr. M. van Eck. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat eiser niet voldeed aan de voorwaarde dat hij geen woonadres had. Eiser had op het aanvraagformulier aangegeven dat hij tijdelijk op een camping zou verblijven, maar hij betoogde dat hij op dat moment geen woonadres had en dat de afwijzing onterecht was.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 22 juli 2025, waarbij eiser en zijn gemachtigde aanwezig waren, evenals de gemachtigde van verweerder. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser sinds 30 mei 2024 over een vast woonadres beschikt, waardoor hij geen procesbelang meer heeft bij het beroep. De rechtbank overweegt dat procesbelang vereist is om de inhoudelijke beoordeling van het beroep te rechtvaardigen. Eiser heeft geen concrete bewijsstukken overlegd om zijn stelling dat hij schade heeft geleden door het ontbreken van een briefadres te onderbouwen. De rechtbank concludeert dat eiser geen procesbelang heeft en verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat de inhoudelijke beoordeling van de zaak niet aan de orde komt. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.