16.5.Voor zover eiseres betoogt dat haar legale uitreis haar niet mag worden tegengeworpen, overweegt de rechtbank als volgt. Eiseres is Venezuela op 8 oktober 2022 legaal uitgereisd door met de auto de grens tussen Venezuela en Colombia over te steken. Eiseres is daarbij gecontroleerd, heeft haar eigen paspoort laten zien en heeft verklaard dat zij daarbij geen problemen heeft ondervonden van de autoriteiten. Verweerder stelt zich op het standpunt dat de keuze van eiseres om het land op een legale manier te verlaten niet is te rijmen met de stelling dat eiseres op dat moment werd gezocht door de autoriteiten van Venezuela. Uit het Algemeen Ambtsbericht Venezuela 2020 blijkt echter dat niet bekend is of de autoriteiten bij de grens altijd controleren of iemand wordt gezocht, hoewel verschillende bronnen spreken van vermoedens van centrale lijsten met gezochte personen, zoals leden van de oppositie en mensenrechtenactivisten. Hieruit blijkt niet dat ook personen met activiteiten als eiseres altijd op een centrale lijst staan. Gelet op deze informatie is het niet duidelijk of bij uitreis uit Venezuela wel of niet gecontroleerd wordt of iemand al dan niet wordt gezocht door de autoriteiten. Daarom kan de legale uitreis niet aan eiseres worden tegengeworpen. De tegenwerpingen die wel stand houden zijn echter voldoende om te oordelen dat verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt heeft gesteld dat de problemen die eiseres zegt te hebben ondervonden in 2021/2022 als gevolg van haar politieke overtuiging niet geloofwaardig zijn.
Artikel 31, zesde lid, onder d, van de Vw
17. Voor zover eiseres betoogt dat verweerder haar ten onrechte artikel 31, zesde lid, onder d, van de Vw tegenwerpt, overweegt de rechtbank als volgt. Verweerder stelt niet ten onrechte dat eiseres haar asielaanvraag niet zo spoedig mogelijk heeft ingediend en zij daarvoor geen goede verklaring heeft. Eiseres is Nederland op 12 oktober 2022 ingereisd. Zij heeft zich op 4 november 2022 aangemeld en op 10 november 2022 haar asielaanvraag ingediend. Eiseres heeft niet aannemelijk gemaakt dat haar psychische situatie van dusdanige ernst was dat dit haar heeft belemmerd om zich zo spoedig mogelijk te melden voor internationale bescherming. Dit blijkt bijvoorbeeld niet uit het psychologisch rapport van 30 augustus 2024. Eiseres heeft in de gehoren ook alleen aangegeven dat zij in de tussenliggende periode heeft uitgerust bij vrienden en dat zij de stad, Alkmaar, heeft gezien. Verweerder heeft dit geen geldige reden hoeven vinden om pas na meer dan twee weken over te gaan tot het doen van een asielaanvraag. Nu eiseres stelt te vrezen voor haar leven, mag worden verwacht dat zij zich zo spoedig mogelijk had gemeld voor het doen van een asielaanvraag.
18. Voor zover eiseres betoogt dat zij gegronde vrees heeft voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag, overweegt de rechtbank als volgt.
19. Verweerder heeft geloofwaardig geacht dat eiseres actief lid was van Voluntad Popular en dat zij tijdens een demonstratie in 2017 een aanvaring had met de colectivos. In het landgebonden beleid Venezuela (paragraaf C/36.3.2 van de Vc) zijn, voor zover hier van belang, oppositieleden, dissidenten en politiek activisten aangemerkt als risicoprofiel. Verweerder stelt echter niet ten onrechte dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij persoonlijk heeft te vrezen bij terugkeer (het individualiseringsvereiste).
20. Zoals uit het voorgaande volgt, is niet gebleken dat eiseres vanwege haar deelname aan de demonstratie in 2017 persoonlijk in de belangstelling stond van de Venezolaanse autoriteiten. Verder heeft eiseres verklaard dat de demonstratie door ongeveer 1000 mensen werd bezocht. Eiseres bevond zich toevallig vooraan de demonstratie, maar had geen bijzondere rol. Ook heeft zij verklaard dat de colectivos die eiseres meesleepten haar niet specifiek wilden hebben, maar haar en alle anderen demonstranten uitscholden. Verder is niet gebleken dat eiseres in de negatieve belangstelling stond door activiteiten die zij in 2021 voor de verkiezingscampagne van kandidaat Rosales verrichte. Voorts is eiseres in Nederland op 17 augustus 2024 naar een bijeenkomst geweest tegen de verkiezingsfraude tijdens de verkiezingen op 28 juli 2024, maar niet is gebleken dat eiseres hierdoor in de negatieve belangstelling staat van de Venezolaanse autoriteiten.
21. Verweerder heeft niet ten onrechte geconcludeerd dat eiseres met lange tussenpozen bescheiden politieke activiteiten heeft verricht. Er is daarom geen reden om aan te nemen dat eiseres zich bij terugkeer op een andere manier politiek zal uiten dan voorheen. De eerdere politieke activiteiten van eiseres hebben er niet toe geleid dat zij persoonlijk in de negatieve belangstelling staat. Verweerder stelt niet ten onrechte dat er geen reden is om aan te nemen dat dit in de toekomst anders zal zijn.
22. Verweerder heeft verder gemotiveerd dat uit landeninformatie niet blijkt dat personen die bescheiden politieke activiteiten verrichten alleen daarom gegronde vrees hebben voor vervolging. Verweerder heeft daarbij gewezen op het Algemeen Ambtsbericht Venezuela van juni 2020, waarin staat dat arrestaties van en geweld op low-level demonstranten willekeurig is. Een ieder die hierbij in de buurt was liep risico, dus niet alleen de opposanten en/of activisten die onderdeel waren van de demonstratie. Nu eiseres heeft verklaard dat zij toevallig vooraan stond bij een demonstratie, kan eisers onder de low-level categorie worden geschaard. Verder volgt uit het ambtsbericht dat alleen parlementsleden of anderen met een hoge positie binnen de partij gericht vervolgd worden in Venezuela. Verweerder heeft verder gewezen op het feitenonderzoek van de VN, rapport van 20 september 2024, pagina 29 onder I, “
Profiles of the victims of arbitrary arrests” en dan onder a, “
Members of political opposition parties and political groups”. Hierin komt naar voren dat in de aanloop naar de presidentiële verkiezingen van 2024 rapporteurs van de Verenigde Naties 18 gevallen van detentie van oppositieleden hebben gedocumenteerd. De toegelichte voorbeelden betreffen oppositieleden met een politiek profiel zoals regionale leiders en coördinatoren. Na de verkiezingen braken er op 29 en 30 juli 2024 demonstraties over het gehele land uit. Tijdens de demonstraties zijn er burgerdoden gevallen door geweld van de autoriteiten of pro-overheid gelieerde groepen. Het genoemde rapport benoemt dat er 25 doden zijn gerapporteerd (pagina 99 en verder). Ook vonden er op 29 en 30 juli 2024 meer arrestaties plaats, de VN noemt een aantal van 1545 geregistreerde detenties. Hiervan waren 66 gedetineerden leden van politieke partijen en groepen. De aantallen arrestaties namen na deze demonstraties snel af. Verweerder erkent dat de onderdrukking in Venezuela ernstig is, maar stelt niet ten onrechte dat de genoemde aantallen moeten worden gezien in de context. Venezuela had in 2022 meer dan 28 miljoen inwoners en er vonden op 29 en 30 juli meer dan 900 demonstraties plaats over het gehele land. Sindsdien is het aantal arrestaties sterk teruggelopen. Uit landeninformatie blijkt niet dat de situatie sinds het rapport van 20 september 2024 sterk is veranderd. Eiseres heeft wel gewezen op landeninformatie waarin het willekeurige karakter van vervolgingen naar voren komt, maar hiermee heeft zij niet aannemelijk gemaakt dat zij persoonlijk heeft te vrezen voor vervolging in het licht van haar politieke overtuiging.
23. Gelet op het voorgaande heeft verweerder terecht geconcludeerd dat eiseres geen gegronde vrees voor vervolging in de zin van het Vluchtelingenverdrag heeft.
Artikel 15, onderdeel c, van de Kwalificatierichtlijn
24. Uit de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (Hof) van
9 november 2023 (ECLI:EU:C:2023:843) en de uitspraak hierover van de Afdeling van 17 juli 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2927, volgt dat ook de individuele situatie en persoonlijke omstandigheden van eiseres relevant zijn voor de beoordeling of er sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 15, onderdeel c, van de Kwalificatierichtlijn. Artikel 15, onderdeel c, ziet allereerst op de uitzonderlijke situatie waarin de mate van willekeurig geweld van dien aard is dat de enkele aanwezigheid in het land of gebied al zorgt voor een reëel risico. Er zijn ook andere situaties, waarin de combinatie van een geringere mate van willekeurig geweld en elementen die eigen zijn aan de persoonlijke omstandigheden van de vreemdeling, een reëel risico op een ernstige en individuele bedreiging kan scheppen. Daarbij kunnen met name elementen die eigen zijn aan het privé-, familie- of beroepsleven en waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij het reële risico op ernstige schade als omschreven in artikel 15, onderdeel c, vergroten, relevant zijn.
25. In de uitspraak van de Afdeling van 22 maart 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:1054) is geoordeeld dat er nergens in Venezuela sprake is van een veiligheidssituatie die zodanig ernstig is dat een persoon enkel door (fysiek) aanwezig te zijn een reëel risico loopt op een behandeling in strijd met artikel 3 van het EVRM als gevolg van ernstig willekeurig geweld (15c-situatie). De Afdeling heeft geoordeeld dat er een humanitaire crisis in Venezuela is, maar dat niet aannemelijk is gemaakt dat in Venezuela sprake is van dergelijke uitzonderlijke omstandigheden vanwege deze situatie dat dit in strijd is met artikel 3 van het EVRM. De rechtbank ziet geen aanleiding om hier nu anders over te oordelen. 26. Eiseres heeft evenmin persoonlijke omstandigheden aangevoerd die een reëel risico op een ernstige en individuele bedreiging scheppen. Eiseres valt weliswaar onder het risicoprofiel omdat zij politieke activiteiten heeft verricht en heeft verklaard dat haar buurman dezelfde activiteiten heeft verricht en is opgepakt, maar zoals hiervoor reeds is overwogen, heeft verweerder zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij persoonlijk heeft te vrezen bij terugkeer. Uit het voorgaande volgt verder dat verweerder niet ten onrechte niet geloofwaardig heeft geacht dat er in mei en september 2022 invallen zijn geweest in het huis van eiseres en de fabriek waar zij werkte en dat men naar eiseres persoonlijk op zoek was. Er is ook niet gebleken dat eiseres meer risico loopt op willekeurig geweld.
27. Gelet op het voorgaande heeft verweerder terecht geconcludeerd dat eiseres niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij bij terugkeer naar Venezuela een reëel risico loopt op ernstige schade in de zin van artikel 3 van het EVRM.
Kennelijk ongegrond (artikel 30b, eerste lid, onder h, van de Vw)
28. Voor zover eiseres betoogt dat verweerder haar asielaanvraag ten onrechte heeft afgewezen als kennelijk ongegrond, verwijst de rechtbank naar wat zij hiervoor in rechtsoverweging 17 heeft overwogen. Verweerder heeft zich op het standpunt kunnen stellen dat eiseres zich zonder gegronde reden niet zo spoedig mogelijk heeft gemeld voor het doen van een asielaanvraag.