ECLI:NL:RBDHA:2025:15170

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 augustus 2025
Publicatiedatum
14 augustus 2025
Zaaknummer
NL25.15215
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in asielzaak na eerdere uitspraak

Op 14 augustus 2025 heeft de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Middelburg, uitspraak gedaan in de zaak met zaaknummer NL25.15215. De voorzieningenrechter, mr. J.F.I. Sinack, heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit verzoek was ingediend door de verzoeker, die tegen een eerder besluit van de minister van Asiel en Migratie in beroep was gegaan. Het bestreden besluit, genomen op 1 april 2025, verklaarde de asielaanvraag van de verzoeker kennelijk ongegrond.

De voorzieningenrechter heeft de uitspraak gedaan zonder zitting, op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In de overwegingen van de uitspraak werd vermeld dat er op dezelfde dag een uitspraak was gedaan in een andere zaak (zaaknummer NL25.15214), waardoor een voorlopige voorziening niet meer nodig was. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening om deze reden afgewezen.

Daarnaast is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie en er staat geen hoger beroep of verzet open tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.15215

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[verzoeker], verzoeker,

V-nummer: [V-nummer],
(gemachtigde: mr. M.M. Polman),
en
de minister van Asiel en Migratie, voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 1 april 2025 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker kennelijk ongegrond verklaard.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
De voorzieningenrechter doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL25.15214, heeft de rechtbank uitspraak gedaan op het beroep. Een voorlopige voorziening is daarom niet meer nodig. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan op 14 augustus 2025 door mr. J.F.I. Sinack, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. S. Mohandes, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.