Uitspraak
Hoofdverblijfplaats en verdeling van de zorg- en opvoedingstaken
Beschikking op het op 6 juni 2023 ingekomen verzoek van:
[de moeder] ,
[de vader] ,
Procedure
voorlopigbij de moeder zullen zijn:
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 augustus 2025 een beschikking gegeven met betrekking tot de hoofdverblijfplaats en de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken van de minderjarigen. De moeder had op 6 juni 2023 een verzoek ingediend, maar trok haar verzoeken ten aanzien van de hoofdverblijfplaats in. Tijdens de zitting op 19 augustus 2025 bereikten de ouders algehele overeenstemming over de zorgregeling. De rechtbank heeft de eerder vastgestelde voorlopige regeling van 27 augustus 2024 gehandhaafd, waarbij de kinderen bij de moeder verblijven volgens een vier wekelijkse regeling. De regeling houdt in dat de kinderen in de eerste en derde week van vrijdag uit school tot zondag 16.00 uur bij de moeder zijn, in de tweede week op zaterdag van 10.00 uur tot 18.30 uur bij de moeder, en in de vierde week volledig bij de vader. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over de zorg- en contactregeling tijdens vakanties en feestdagen. De rechtbank heeft de proceskosten gecompenseerd, gezien de aard van de procedure. De beschikking is uitgesproken door kinderrechter mr. L.L. Benink, met mr. E.X.R. Yi als griffier.