ECLI:NL:RBDHA:2025:15391
Rechtbank Den Haag
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over vervangende toestemming en afgifte paspoort voor minderjarige
In deze zaak, die op 20 augustus 2025 door de Rechtbank Den Haag is behandeld, hebben partijen, de man en de vrouw, een geschil over de vervangende toestemming voor reizen met hun minderjarige kind. De man heeft verzocht om toestemming voor een reis naar Fuerteventura, terwijl de vrouw verweer heeft gevoerd en haar eigen vorderingen heeft ingediend. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 augustus 2025 zijn partijen overeengekomen dat de vrouw met het kind op vakantie naar Vietnam zou gaan en dat de man het kind op een later moment zou terugbrengen. De vrouw heeft het paspoort van het kind op 16 augustus 2025 aan de man overhandigd, waarna de man zijn vordering heeft ingetrokken. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de verzoeken van beide partijen met betrekking tot de vervangende toestemming en de afgifte van het paspoort als ingetrokken moeten worden beschouwd. De rechter heeft besloten dat de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt, om de onderlinge verstandhouding niet verder te belasten. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op 20 augustus 2025.