Uitspraak
Rechtbank den haag
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak
[de moeder] ,
[de vader] ,
.Deze luidt als volgt.
De gronden van de beslissing
- aan haar toestemming te verlenen die de toestemming van de vader vervangt voor een vakantie naar Bulgarije van 13 augustus 2025 tot en met 26 augustus 2025 met de kinderen, dan wel een zodanige beslissing te nemen zoals de rechtbank in het belang van de kinderen juist acht;
- (naar de rechtbank begrijpt) aan haar vervangende toestemming te verlenen om de kinderen vanaf het nieuwe schooljaar 2025/2026, dus met ingang van 1 september 2025, te plaatsen op de BSO van ZO Kinderopvang, dan wel op een andere door de moeder te bepalen opvang (BSO, gastouderopvang of een oppas aan huis), althans een zodanige beslissing te nemen zoals de rechtbank in het belang van de kinderen juist acht;
- te bepalen dat de vader stipt dient na te komen art. 7.3 van het tussen de ouders overeengekomen ouderschapsplan van 9 januari 2024, te weten 50% van alle daarin vermelde opvangkosten van de kinderen, dus zowel de kosten van de buitenschoolse als de kosten van de tussenschoolse opvang, en wel binnen uiterlijk 14 dagen na de datum van toezending door de moeder aan de vader van elke factuur ter zake deze kosten, zulks op straffe van een dwangsom van € 500,- per keer dat hij zulks nalaat, met een maximum van € 25.000,-, althans te bepalen zoals de rechtbank juist en in het belang van de kinderen acht,
- De moeder en de vader zijn gehuwd geweest van [datum 1] 2017 tot [datum 2] 2024.
- Zij zijn de ouders van de volgende minderjarige kinderen:
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2018 in [geboorteplaats 1] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2021 in [geboorteplaats 2] , [geboorteland] .
- De ouders oefenen het gezamenlijk gezag uit over de kinderen.
- Bij beschikking van de rechtbank Rotterdam van 30 januari 2024 is de echtscheiding tussen partijen uitgesproken en is bepaald dat het aangehechte convenant en ouderschapsplan deel uitmaken van de beschikking.
- In het ouderschapsplan zijn de ouders – voor zover hier van belang – overeengekomen dat:
- (artikel 2.1) de kinderen hun hoofdverblijf bij de moeder hebben;
- (artikel 3.1) de kinderen gedurende de twee roostervrije weekenden per 5 weken bij de vader verblijven;
- (artikel 3.1) de vakanties jaarlijks op een in nader overleg te bepalen moment worden besproken en verdeeld, met het uitgangspunt dat de vakanties gelijkelijk worden verdeeld;
- (artikel 3.5) de ouders een keuze voor een (type) school alsmede de keuze voor de opvang van de kinderen gezamenlijk maken;
- (artikel 7.3) de ouders in gelijke mate de kosten dragen voortvloeiende uit opvang:
De beslissing
- [minderjarige 1] , geboren op [geboortedatum 1] 2018 in [geboorteplaats 1] ;
- [minderjarige 2] , geboren op [geboortedatum 2] 2021 in [geboorteplaats 2] , [geboorteland] ;