ECLI:NL:RBDHA:2025:15480

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 juni 2025
Publicatiedatum
20 augustus 2025
Zaaknummer
C/09/25/1029 R
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) en afwijzing verzoek eerdere ingangsdatum

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 20 juni 2025 uitspraak gedaan in het verzoek van [verzoeker] om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). [verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie en heeft een verzoek ingediend om tot de WSNP te worden toegelaten. De rechtbank heeft het verzoek toegewezen, maar het verzoek om een eerdere ingangsdatum van de WSNP afgewijzen. Tijdens de zitting op 21 mei 2025 is [verzoeker] verschenen, samen met zijn schuldhulpverlener van de Kredietbank Nederland. De rechtbank heeft beoordeeld of [verzoeker] aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP voldoet, waarbij gekeken is naar zijn inspanningen en de omstandigheden rondom zijn schulden. De rechtbank concludeert dat [verzoeker] aan de eisen voldoet, maar dat hij zich niet maximaal heeft ingespannen om zijn schulden te verlichten, wat de afwijzing van de eerdere ingangsdatum verklaart. De WSNP-periode is vastgesteld op achttien maanden, te rekenen vanaf de datum van de uitspraak. De rechtbank heeft ook een bewindvoerder aangesteld en bepaald dat alle gelegde beslagen komen te vervallen.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/25/1029 R
vonnis van 20 juni 2025
op het verzoek van:
[verzoeker] ,
wonende te [adres 1]
[postcode 1] [woonplaats] .
hierna: [verzoeker] .
Waar deze zaak over gaat
[verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft hij een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De rechtbank wijst dit verzoek toe. Zij legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 21 mei 2025. Met de uitnodiging voor deze zitting is [verzoeker] een WSNP-informatieboekje toegezonden. Op de zitting zijn verschenen:
- [verzoeker] ,
- de heer [naam 1] , schuldhulpverlener van de Kredietbank Nederland.

2.De beoordeling van het verzoek

Toelating tot de WSNP

2.1.
[verzoeker] kan alleen worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen. Daarnaast beoordeelt de rechtbank of er aanleiding is een eerdere ingangsdatum van de WSNP te bepalen.
2.2.
[verzoeker] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
De schulden (met name belastingschulden) zijn niet te goeder trouw ontstaan, maar ter zitting is een beroep gedaan op de hardheidsclausule. [verzoeker] heeft zijn onderneming eind 2023 gestaakt en doet sindsdien zijn uiterste best om zijn leven weer op de rit te krijgen. Hij werkt bij KLM als uitzendkracht, maar heeft door zijn inspanningen en door het behalen van een aantal certificaten nu uitzicht op een vaste aanstelling. Hij heeft budgetbeheer sinds augustus 2024 en dat gaat goed. De vaste lasten worden betaald en [verzoeker] draagt af voor de schuldeisers. Hij werkt nog geen 36 uur (omdat op dit moment slechts 31 uur werk beschikbaar is bij zijn baan), maar heeft wel geprobeerd om extra uren erbij te krijgen. In drukke periodes, als er meer werk is, dan werkt hij extra. De rechtbank constateert dat daarom sprake is van een wending ten goede en dat [verzoeker] de omstandigheden die bepalend zijn geweest voor het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden, onder controle heeft gekregen.
2.3.
De verplichtingen waaraan [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtverplichting.
2.4.
De wet schrijft voor dat de eerste dertien maanden van het traject een postblokkade geldt. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan.
De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan [verzoeker] .
2.5.
Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. Als [verzoeker] zich gedurende die periode houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die achttien maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op [verzoeker] kunnen verhalen.
Ingangsdatum termijn van de WSNP
2.6.
Een termijn van een wettelijke schuldsaneringsregeling kan beginnen te lopen vanaf de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f Fw. Het moet gaan om een eerste aflossing tijdens ‘het minnelijk traject van schuldhulpverlening’ (HR 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1913, r.o. 3.9-3.10). Vanaf dat moment moet de schuldenaar maximaal aflossen op zijn schulden. Daarnaast moet hij zich in de verzochte periode maximaal inspannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verwerven. Met “maximaal inspannen” wordt (bij volledige arbeidsgeschiktheid, zoals hier het geval is) bedoeld: minimaal 36 uur per week werken of voldoende (aanvullend) solliciteren.
2.7.
[verzoeker] verzoekt een eerdere ingangsdatum van de termijn van de WSNP te bepalen en daarbij uit te gaan van de startdatum van de schuldregelingsovereenkomst, 6 augustus 2024.
2.8.
De rechtbank zal het verzoek om een eerdere ingangsdatum te bepalen afwijzen.
[verzoeker] heeft namelijk desgevraagd bevestigd dat hij fulltime (36 uur per week) zou kunnen werken, maar dat hij dat niet heeft gedaan: hij heeft tijdens het minnelijk traject gemiddeld 31 uur per week gewerkt. Hij heeft zijn werkgever wel gevraagd om urenuitbreiding, maar heeft die (nog) niet gekregen. Ook heeft [verzoeker] niet elders gesolliciteerd naar een fulltime of aanvullende baan. Dat betekent dat hij zich niet maximaal heeft inspannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verwerven. De rechtbank zal daarom bepalen dat de termijn van de wettelijke schuldsaneringsregeling vanaf de datum van deze uitspraak begint te lopen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker] ,
geboren op [geboortedatum] -1990 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres 1] , [postcode 1] [woonplaats] ;
- wijst het verzoek tot het bepalen van een eerdere ingangsdatum af;
- stelt de termijn van deze regeling vast op achttien maanden, te rekenen vanaf vandaag;
- stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. L. Mundt en tot bewindvoerder: [naam 2] ,
[adres 2] , [postcode 2] [plaats] ;
- geeft de bewindvoerder opdracht om de komende dertien maanden de post van [verzoeker] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
o zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
o voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. L. Mundt, rechter, in samenwerking met R. Becker, griffier.
Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 20 juni 2025.