ECLI:NL:RBDHA:2025:15487

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
14 juli 2025
Publicatiedatum
20 augustus 2025
Zaaknummer
Rekestnummer: NL:TZ:2500636:R-RK
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) met afwijzing eerdere ingangsdatum

In deze zaak heeft de verzoeker, die zich in een problematische schuldensituatie bevindt, een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De rechtbank heeft op 14 juli 2025 het verzoek toegewezen, maar de verzoeker vroeg ook om een eerdere ingangsdatum van de WSNP. De rechtbank heeft deze aanvraag afgewezen. De verzoeker heeft aangegeven dat hij vanwege medische problemen, zijn leeftijd en de afstand tot de arbeidsmarkt niet kan solliciteren, maar de rechtbank benadrukt dat er een inspanningsplicht geldt. Dit houdt in dat de verzoeker ten minste 16 tot 24 uur per week moet werken of, indien dat niet mogelijk is, moet solliciteren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker niet heeft gewerkt en ook niet aantoonbaar heeft gesolliciteerd. De rechtbank heeft verder de verplichtingen van de verzoeker tijdens de WSNP uiteengezet, waaronder de informatieverplichting en de verplichting om geen nieuwe schulden te maken. De rechtbank heeft ook de termijn van de WSNP vastgesteld op achttien maanden, met de mogelijkheid van een 'schone lei' aan het einde van deze periode. De rechtbank heeft de verzoeker toegelaten tot de WSNP, maar heeft geen aanleiding gezien om de ingangsdatum van de regeling te vervroegen. De beslissing is genomen door rechter L. Mundt, in samenwerking met griffier R. Becker, en is openbaar uitgesproken op 14 juli 2025.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
Rekestnummer: NL:TZ:2500636:R-RK
vonnis van 14 juli 2025
op het verzoek van:
[verzoeker 1] ,
wonende te [adres] te ( [postcode] ) [woonplaats] .
Waar deze zaak over gaat
De [verzoeker 1] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft de [verzoeker 1] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De rechtbank wijst dit verzoek toe. Zij legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
De [verzoeker 1] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 14 juli 2025. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan de [verzoeker 1] een WSNP-informatieboekje meegezonden.
Op de zitting zijn verschenen:
- de [verzoeker 1] , vergezeld door zijn zoon, ook genaamd [naam 1] ;
- mevrouw [naam 2] , schuldregelaar van de [gemeente] ;
- de heer [naam 3] , klantbegeleider van de [gemeente] .

2.De beoordeling van het verzoek

Toelating tot de WSNP

2.1.
De [verzoeker 1] kan alleen worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat de [verzoeker 1] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen. Daarnaast beoordeelt de rechtbank of er aanleiding is een eerdere ingangsdatum van de WSNP te bepalen.
2.2.
De [verzoeker 1] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.3.
De [verzoeker 1] stelt dat het zinloos is te solliciteren, omdat hij nergens zal worden aangenomen vanwege zijn medische problemen, leeftijd en afstand tot de arbeidsmarkt. De rechtbank wijst er voor alle volledigheid op dat bij toepassing van de WSNP een aantal verplichtingen op de [verzoeker 1] rust, waaronder de inspanningsplicht. Die plicht houdt voor hem in dat er ten minste 16 tot 24 uur per week gewerkt moet worden. Indien hij niet 16 tot 24 uur werkt, moet er (aanvullend) gesolliciteerd worden (sollicitatieplicht). De rechter-commissaris kan vrijstelling van de sollicitatieplicht verlenen, maar zolang die vrijstelling niet is verleend, is de inspannings-/sollicitatieplicht onverkort van toepassing.
2.4.
De overige verplichtingen waaraan de [verzoeker 1] tijdens de WSNP moet voldoen staan (ook) in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op:
een informatieverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtverplichting.
2.5.
De wet schrijft voor dat de eerste dertien maanden van het traject een postblokkade geldt. Deze postblokkade geldt gedurende de materiële looptijd van de schuldsaneringsregeling. Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt stopt de postblokkade. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan.
De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan de [verzoeker 1] .
2.6.
Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. Als de [verzoeker 1] zich gedurende die periode houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die achttien maanden met de zogenoemde “schone lei”.
Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op de [verzoeker 1] kunnen verhalen.
Ingangsdatum termijn van de WSNP
2.7.
Een termijn van een wettelijke schuldsaneringsregeling kan beginnen te lopen vanaf de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f Fw. Het moet gaan om een eerste aflossing tijdens ‘het minnelijk traject van schuldhulpverlening’ (HR 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1913, r.o. 3.9-3.10). Vanaf dat moment moet de schuldenaar maximaal aflossen op zijn schulden. Daarnaast moet hij zich in de verzochte periode maximaal inspannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verwerven.
2.8.
De [verzoeker 1] verzoekt de ingangsdatum van de termijn van de WSNP te bepalen op
25 april 2024, de datum van ondertekening van de schuldregelingsovereenkomst, dan wel op 11 oktober 2024, de datum van het aanbod van de minnelijke regeling.
2.9.
De rechtbank ziet geen aanleiding tot het bepalen van een eerdere ingangsdatum.
Niet is gebleken dat de [verzoeker 1] zich in het minnelijk traject maximaal heeft ingespannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verkrijgen. Volgens de keuringsarts bij Calder Werkt (rapport van 17 mei 2024) is de [verzoeker 1] belastbaar voor betaald werk voor 16 tot 24 uur per week. De [verzoeker 1] heeft echter niet gewerkt en ook niet (aantoonbaar) gesolliciteerd.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker 1] ,
geboren op [geboortedatum] 1963 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ;
- wijst het verzoek tot het bepalen van een eerdere ingangsdatum af;
- stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. L. Mundt en tot bewindvoerder: N. Pavljašević, postbus 136, 2990 AC Barendrecht;
- geeft de bewindvoerder opdracht om de komende dertien maanden, of zoveel eerder als de schuldsaneringsregeling eindigt, de post van de [verzoeker 1] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
o zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
o voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. L. Mundt, rechter, in samenwerking met R. Becker, griffier.
Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 14 juli 2025.