Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De zaak in het kort
tot en methet exploitatiejaar 2021. Deze procedure heeft daarentegen (ook) betrekking op latere exploitatiejaren.
2.De procedure
- de dagvaarding van 2 december 2024, met producties 1 tot en met 25;
- de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 13;
- de e-mail van de griffie van de rechtbank van 16 juli 2025, met de zittingsagenda;
- de akte aanvullende producties van Bernardus, met producties 27a tot en met 38.
3.De feiten
f40.000,- inclusief BTW per jaar, welk bedrag jaarlijks geïndexeerd zal worden, een en ander volgens onderstaande specificatie:
f24.000,-
f12.000,-
f4.000,-
f40.000,- is voor de eerste maal verschuldigd halverwege het exploitatie-jaar van terbeschikbaarstelling van de garage en voorts steeds halverwege het exploitatie-jaar.
f40.000,--.
Dit bedrag is nauwelijks lager dan de exploitatiekosten ad € 46.537,32 die Bernardus tijdens de procedure aan de rechter voor hield.
4.Het geschil
5.De beoordeling
Gezag van gewijsde?
dat de duurovereenkomst in beginsel eenzijdig opzegbaar is, mits daarvoor een voldoende zwaarwegende grond bestaat” (r.o. 4.3 van het Vonnis).
[d]at de gemeente niet wil meewerken aan de invoering van een betaald parkeren regime, dat volgens Bernardus nodig is voor de door haar verlangde de renovatie, kan niet worden aangemerkt als een zwaarwegende grond voor opzegging. Bernardus heeft namelijk onvoldoende onderbouwd dat een renovatie noodzakelijk is” (r.o. 4.4 van het Vonnis). De rechtbank heeft in het Vonnis dus geoordeeld dat Bernardus in die procedure onvoldoende had onderbouwd dat een renovatie noodzakelijk was, maar niet dat een noodzakelijke renovatie geen zwaarwegende reden is.
[dat] de gemeente in redelijkheid niet van Bernardus kan verlangen dat Bernardus (uit eigen zak) faciliteert dat de bewoners van Voorburg gratis in haar parkeergarage parkeren”(r.o. 4.5 van het Vonnis). Het oordeel van de rechtbank dat zij niet kan vaststellen dat er sprake is van een verlieslijdende exploitatie, geldt daarom alleen voor de situatie tot en met exploitatiejaar 2021.
over het feit dat de Bernardus de Corbulogarage heeft gekocht in een zeer slechte staat van onderhoud; dat de parkeergarage zich thans in een nog slechtere staat van onderhoud bevindt” (zie par. 3.11). De rechtbank is daarom van oordeel dat Bernardus voldoende heeft onderbouwd dat een renovatie noodzakelijk is.
dat de gemeente sedert medio 2022 fors haar jaarlijkse bijdrage heeft [verhoogd] van € 34.182,24 naar € 45.076,32. Dit bedrag is nauwelijks lager dan de exploitatiekosten ad € 46.537,32 die Bernardus tijdens de procedure aan de rechter voor hield.” Bernardus heeft het gestelde exploitatietekort bovendien onderbouwd met jaarcijfers, waaruit volgens haar volgt dat zij in 2022 een exploitatietekort van € 53.477 had en in 2023 een tekort van € 85.575. Daarnaast heeft Bernardus een accountant een rapport van bevindingen, gedateerd 5 november 2024, laten opmaken. Uit het rapport van bevindingen volgt een genormaliseerd verlies van € 13.923 in 2022 en een genormaliseerd verlies van € 10.915 in 2023. De gemeente heeft weliswaar een aantal van de gestelde exploitatiekosten betwist, maar Bernardus heeft vervolgens nadere onderbouwing gegeven van een aantal van deze kostenposten. Ook heeft Bernardus nader genormaliseerde cijfers in het geding gebracht van de jaren 2022 tot en met 2024. Op basis van deze cijfers is het exploitatietekort van € 7.553 in 2022, € 3.941 in 2023 en € 5.449 in 2024. In deze jaarcijfers zijn een deel van de kosten die door de gemeente worden betwist, weggelaten. Volgens Bernardus is dan alsnog sprake van een exploitatieverlies.
1 juni 2026. Een langere opzegtermijn acht de rechtbank niet nodig, gelet op het feit dat de gemeente er al sinds 2020 van op de hoogte dat Bernardus de overeenkomst wil opzeggen en dat de parkeergarage mogelijk dicht moet voor renovatie.