ECLI:NL:RBDHA:2025:15620

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 augustus 2025
Publicatiedatum
21 augustus 2025
Zaaknummer
NL24.20923
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard

Op 16 mei 2024 heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag van 15 januari 2023. De rechtbank doet uitspraak buiten zitting op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Verweerder, de minister van Asiel en Migratie, heeft op 8 maart 2023 een overnameverzoek ingediend bij de Italiaanse autoriteiten, dat op 9 mei 2023 fictief is aanvaard. Dit betekende dat verweerder tot en met 9 november 2023 de gelegenheid had om eiser over te dragen. Aangezien verweerder dit niet tijdig heeft gedaan, werd hij vanaf 10 november 2023 verantwoordelijk voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser.

De rechtbank oordeelt dat op grond van artikel 42, eerste lid, van de Vreemdelingenwet (Vw) er binnen zes maanden op een asielaanvraag moet worden beslist. De rechtbank stelt vast dat de beslistermijn voor eiser op 10 november 2023 is aangevangen en op 10 mei 2024 eindigt. Aangezien de ingebrekestelling door eiser op 25 april 2024 is ingediend, was de beslistermijn op dat moment nog niet verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp, rechter, en is openbaar gemaakt op 20 augustus 2025. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens zijn met de uitspraak.

Uitspraak

Uitspraak buiten zitting

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg Bestuursrecht zaaknummer: NL24.20923
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser], eiser, V-nummer: [V-nummer]

(gemachtigde: mr. S. Igdeli), en
de minister van Asiel en Migratie,1 verweerder.

Inleiding

Eiser heeft op 16 mei 2024 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn asielaanvraag van 15 januari 2023.
De rechtbank doet uitspraak buiten zitting op grond van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).

Beoordeling door de rechtbank

Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb wordt voor de toepassing van wettelijke voorschriften over bezwaar en beroep het niet tijdig nemen van een besluit met een besluit gelijkgesteld. In artikel 6:12, tweede lid, van de Awb is bepaald dat het beroepschrift kan worden ingediend zodra het bestuursorgaan in gebreke is om op tijd een besluit te nemen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen.
Verweerder heeft onderzocht of de asielaanvraag van eiser niet in behandeling moet worden genomen omdat een andere lidstaat van de Europese Unie daarvoor verantwoordelijk is zoals bedoeld in de Verordening (EU) Nr. 604/2103 (Dublinverordening). Artikel 42, zesde lid, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) bepaalt dat de beslistermijn in dergelijke gevallen aanvangt op het moment waarop is komen vast te staan dat Nederland verantwoordelijk is of zal worden voor de behandeling van de asielaanvraag. Dat moment is in ieder geval aangebroken wanneer de in de Dublinverordening neergelegde uiterste overdrachtstermijn is verstreken. Dat moment kan zich echter ook eerder voordoen, bijvoorbeeld als verweerder zelf eerder besluit om de asielaanvraag aan zich te trekken of als door feiten en omstandigheden blijkt dat de
verantwoordelijkheid vanaf een bepaald moment aan Nederland behoort of zal gaan behoren.
3. Verweerder heeft op 8 maart 2023 een overnameverzoek ingediend bij de Italiaanse autoriteiten. Het overnameverzoek is fictief aanvaard door de Italiaanse autoriteiten op 9 mei 2023. Dit betekent dat verweerder tot en met 9 november 2023 de gelegenheid had om eiser over te dragen. Verweerder heeft eiser niet tijdig overgedragen aan de Italiaanse autoriteiten. Dit betekent dat verweerder vanaf 10 november 2023 verantwoordelijk is geworden voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser.
4. Op grond van artikel 42, eerste lid, van de Vw moet er binnen zes maanden op een asielaanvraag worden beslist. Voor zover verweerder met de WBV 2023/32 de beslistermijn met negen maanden heeft verlengd,3 is de rechtbank van oordeel dat deze verlenging onvoldoende is gemotiveerd.4 Zij verwijst in dat verband naar haar uitspraak van 12 juni 2025.5 De rechtbank ziet geen reden om in deze zaak van dit oordeel af te wijken. Dit betekent dat de rechtsgrond aan het besluit tot verlenging ontbreekt en dat de beslistermijnen voor dergelijke aanvragen zes maanden is.
5. In het geval van eiser vangt de beslistermijn aan op 10 november 2023. De beslistermijn zou daarom op 10 mei 2024 eindigen. Dat betekent dat op het moment van de ingebrekestelling, ingediend op 25 april 2024, de beslistermijn nog niet was verstreken. Daarom is het beroep van eiser tegen het uitblijven van een besluit op zijn aanvraag kennelijk niet-ontvankelijk.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan op 20 augustus 2025 door mr. M.L. Weerkamp, rechter, in aanwezigheid van A.A.M. Mangroe, griffier, en openbaar gemaakt door middel van een geanonimiseerde publicatie op
www.rechtspraak.nl.
1. Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.
2 Besluit van 26 januari 2023, nummer WBV 2023/3, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in Staatscourant 2023 nr. 3235.
3 Op grond van artikel 42, vierde lid, aanhef en onder b, van de Vw.
4 Vergelijk de uitspraak van deze rechtbank en zittingsplaats van 12 juni 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:10278.
5 Besluit van 27 december 2023, nummer WBV 2023/26, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000; gepubliceerd in de Staatscourant 2024, 473.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Informatie over verzet
Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.