ECLI:NL:RBDHA:2025:15985
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vrijheidsontneming en schadevergoeding in asielprocedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 27 augustus 2025 uitspraak gedaan in een vervolgberoep tegen de maatregel van bewaring van eiser, de minister van Asiel en Migratie. Eiser had op 4 juli 2025 een asielaanvraag ingediend, waarna verweerder op dezelfde dag de maatregel van bewaring oplegde. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel op 8 augustus 2025 is opgeheven, maar dat de beoordeling zich beperkt tot de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding voor de periode waarin de maatregel onrechtmatig was.
De rechtbank concludeert dat verweerder onvoldoende voortvarend heeft gehandeld bij de overdracht van eiser aan Duitsland. Verweerder had al op 14 juli 2025 een claimakkoord ontvangen, maar heeft pas op 6 augustus 2025 een eerste overdrachtshandeling verricht. De rechtbank oordeelt dat de maatregel van bewaring onrechtmatig is geworden op 27 juli 2025, omdat verweerder niet tijdig heeft gehandeld. Eiser heeft recht op schadevergoeding voor de onrechtmatige vrijheidsontneming van 13 dagen, vastgesteld op € 1.300,-. Daarnaast veroordeelt de rechtbank verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.814,-.
De uitspraak is gedaan door mr. S.N. Abdoelkadir, rechter, en is openbaar gemaakt. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.