Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres], eiseres
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 28 augustus 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen eiseres en de minister van Asiel en Migratie. Eiseres had op 15 januari 2025 beroep ingesteld tegen het niet-tijdig beslissen op haar aanvraag om verlening van een machtiging tot voorlopig verblijf (mvv) ten behoeve van nareis, zoals bedoeld in artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank constateert dat eiseres op 21 januari 2025 ook beroep heeft ingesteld tegen een vergelijkbare situatie, waarbij de rechtbank op 19 maart 2025 het beroep gegrond heeft verklaard. In die uitspraak is bepaald dat de minister binnen acht weken een besluit moest nemen op de aanvraag. Aangezien er reeds een uitspraak is gedaan over het niet-tijdig nemen van een besluit op de aanvraag om een mvv, is het beroep van eiseres in deze zaak kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft bovendien besloten dat de minister niet opnieuw veroordeeld zal worden tot vergoeding van de proceskosten.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak, waarbij zij binnen zes weken een verzetschrift kunnen indienen als zij het niet eens zijn met de beslissing.