In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 28 augustus 2025, wordt het beroep van eiser tegen het niet in behandeling nemen van zijn asielaanvraag beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie had de aanvraag op 22 juli 2021 niet in behandeling genomen, omdat Frankrijk volgens hem verantwoordelijk was voor de aanvraag. De rechtbank oordeelt echter dat de minister na 1 februari 2021 geen geldig claimverzoek meer kon richten aan Frankrijk, omdat de verantwoordelijkheid voor de behandeling van de asielaanvraag op dat moment was overgedragen aan Duitsland. De rechtbank wijst erop dat de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State duidelijk maakt dat een terugnameverzoek niet geldig kan worden gericht aan een lidstaat nadat de verantwoordelijkheid voor de behandeling aan een andere lidstaat is overgedragen. De rechtbank concludeert dat de minister niet binnen de vereiste termijn om terugname heeft verzocht en dat Nederland daarom verantwoordelijk is geworden voor de behandeling van de asielaanvraag van eiser. De rechtbank vernietigt het overdrachtsbesluit van de minister en draagt hem op om een nieuw besluit te nemen op de aanvraag van eiser, waarbij rekening wordt gehouden met deze uitspraak. Tevens veroordeelt de rechtbank de minister in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.721,-.