ECLI:NL:RBDHA:2025:16338
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag na niet-ontvankelijk verklaring door de Minister van Asiel en Migratie
In deze zaak heeft verzoeker, van Guinese nationaliteit, een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 12 juni 2025 niet-ontvankelijk verklaard. Hiertegen heeft verzoeker beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 27 augustus 2025 behandeld, maar verzoeker en zijn gemachtigde zijn niet verschenen. De Minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, mr. M. Dalhuizen.
De voorzieningenrechter heeft op dezelfde dag uitspraak gedaan in een andere zaak (NL25.27031) die samenhangt met het verzoek om voorlopige voorziening. Aangezien de rechtbank in die zaak uitspraak heeft gedaan, is er geen noodzaak meer voor een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening dan ook afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R. Tesfai, in aanwezigheid van griffier A. Hoekstra - Verbeek, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.