ECLI:NL:RBDHA:2025:16429
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van asielaanvraag en voorlopige voorziening in het kader van interstatelijk vertrouwensbeginsel met betrekking tot Bulgarije
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van haar aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiseres, die Syrisch is, heeft een asielaanvraag ingediend in Nederland na eerder een verzoek om internationale bescherming in Bulgarije te hebben ingediend. De rechtbank behandelt ook een verzoek om een voorlopige voorziening. De rechtbank stelt vast dat de minister van Asiel en Migratie de aanvraag niet in behandeling heeft genomen omdat Bulgarije verantwoordelijk zou zijn voor de aanvraag. Eiseres heeft echter argumenten aangedragen die de situatie in Bulgarije in twijfel trekken, met verwijzingen naar het AIDA-rapport van maart 2025, dat een verslechtering van de opvangfaciliteiten voor asielzoekers in Bulgarije beschrijft. De rechtbank concludeert dat de minister niet voldoende heeft gemotiveerd dat de opvang in Bulgarije voldoet aan de eisen van de Opvangrichtlijn. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt het bestreden besluit, waarbij de minister wordt opgedragen een nieuw besluit te nemen binnen acht weken. Eiseres krijgt ook een proceskostenvergoeding van € 1814,- toegekend.