8.1.De rechtbank is van oordeel dat de minister eiser niet heeft hoeven volgen in zijn gestelde identiteit en de minister ervan uit heeft kunnen gaan dat eiser [naam] is. De minister heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser zijn (andere) identiteit niet aannemelijk heeft gemaakt, terwijl dit wel op zijn weg had gelegen. Gelet op zijn verklaring dat hij deze persoon is, mag van eiser worden verwacht dat hij er alles aan doet waar hij redelijkerwijs toe in staat is om originele en identificerende documenten te overleggen. Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft eiser weliswaar een kopie van een rijbewijs op naam van [naam] overgelegd, maar deze kopie kan niet ter onderbouwing van zijn standpunt dienen. De kopie is immers door de KMar onderzocht en daarbij is geconcludeerd dat de kopie een afbeelding is van een vals of vervalst Eritrees rijbewijs. Tot op heden heeft eiser geen authentieke documenten overgelegd waarmee hij zijn gestelde identiteit heeft onderbouwd. Zijn relaas dat de Ethiopische autoriteiten hem onder een andere naam hebben uitgeleverd aan Nederland vanwege corruptie, heeft hij op geen enkele wijze aannemelijk gemaakt.
8.1.1.In dat kader heeft de minister onder meer op het foto vergelijkend onderzoek van de KMar en het NFI kunnen wijzen. Het onderzoek Pearce geeft aanknopingspunten om te veronderstellen dat eiser de persoon is die bekend staat als de Eritrese mensensmokkelaar [naam] die tussen 2014 en 2018 actief was in Bani Walid, Libië. Op 4 mei 2020 heeft het onderzoeksteam Pearce een SIENA-bericht ontvangen van Europol over de mensensmokkelaar die bekend staat als [naam] . Bij het bericht is een foto toegevoegd van de aanhouding van [naam] in Ethiopië. Eiser heeft tegenover de KMar verklaard dat hij de persoon is op de foto van de aanhouding en de foto in een Eritrees paspoort. Ook uit fotovergelijkend onderzoek dat door de KMar is opgestart blijkt dat eiser de persoon is die op een vijftal foto’s te zien is. Het betreft een foto van verdachte [naam] , vastgelegd door de Forensische Opsporing van de KMar te Schiphol, een foto in de strafrechtketen databank, een pasfoto van een paspoort, foto van de verdachte in Eritrea (Sienna-bericht van Europol) en een foto van het Facebookaccount [naam] . Door de KMar is vastgesteld dat het één en dezelfde persoon betreft. Aangezien eiser zelf heeft verklaard – en tevens door de KMar is vastgesteld – dat eiser dezelfde persoon is die door Interpol geregistreerd staat als de mensensmokkelaar [naam] , heeft de minister zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat eiser de genoemde persoon ook daadwerkelijk is. Dit vermoeden wordt nog versterkt door het volgende. Op 7 februari 2019 is door het OM een rechtshulpverzoek opgesteld en verzonden naar het International Criminal Court (hierna: ICC). Middels het ICC heeft het OM een foto verkregen van de mensensmokkelaar die bekend staat als [naam] en die actief is geweest in Bani Walid en Libië. Door de KMar is vervolgens een beeldvergelijkend onderzoek uitgezet bij het Nederlands Forensisch Instituut (hierna: NFI). Uit dit onderzoek van het NFI blijkt dat eiser de persoon op de betreffende foto is.
8.1.2.Ook heeft de minister verwezen naar de getuigen die eiser in Nederland en op sociale media als zodanig hebben herkend. In het kader van het onderzoek Pearce zijn getuigen gehoord. Het betreft migranten die vanuit Afrika via Libië naar Italië gesmokkeld zijn. Deze getuigen hebben verklaard eiser aan de hand van de foto’s te herkennen als de mensensmokkelaar genaamd [naam] . Bovendien hebben drie getuigen verklaard dat de naam [naam] een bijnaam van eiser is en dat zijn echte naam [naam] is. Deze naam komt overeen met één van de aliassen uit de openbare bronnen. Hierbij is verder van belang dat eiser zelf ook heeft verklaard dat hij de persoon is die op de verschillende foto’s te zien is.
8.1.3.In het kader van het onderzoek Pearce is verder onderzoek uitgevoerd op social media. Zo heeft de KMar meerdere video’s onderzocht van Eritrese vloggers die tijdens livestreams praten over mensenhandelnetwerken in Libië. De gesprekken zijn vertaald door een tolk Tigrinya en vervolgens als transcriptie aan de IND overhandigd. Tijdens de uitzendingen worden burgers uitgenodigd om live deel te nemen aan het gesprek en hun ervaringen te delen. In een livestream van 29 juli 2019 van een Eritrese vlogger die op Facebook bekend staat als Samuel Hail, wordt de foto van het ICC van eiser getoond, waarbij wordt vermeld dat eiser de mensensmokkelaar is die bekend staat als [naam] . Dezelfde foto die in bovenstaand bericht wordt getoond, is tevens te zien tijdens een vlogsessie van Samuel Hail van 13 maart 2020. Hierbij wordt vermeld dat ‘een van de meest gezochte mensensmokkelaars genaamd [naam] ’ is aangehouden. Eisers alias wordt daarbij ook genoemd, namelijk [naam] . Tijdens de livestream wordt benoemd dat eiser inmiddels is opgepakt in Ethiopië. Ook uit een livestream van een andere Eritrese vlogger die op Facebook bekend staat als ‘Abrham Fa’, blijkt dat eiser in verband gebracht kan worden met meerdere zeer ernstige misdrijven, zo blijkt uit de transcriptie van KMar welke is overgelegd door de minister.
8.1.4.Ook heeft de minister verwezen naar de twee Facebookaccounts op naam van “ [naam] ” en “ [naam] ” waarop foto’s van eiser zijn aangetroffen. Op het door de KMar gevonden Facebookaccount op naam van [naam] zijn foto’s van eiser aangetroffen. Eiser is hiermee geconfronteerd en heeft verklaard dat hij inderdaad de persoon is die op de foto’s te zien is. Hoewel eiser heeft ontkend dat het Facebookaccount aan hem toebehoort, heeft de minister zich niet ten onrechte op het standpunt kunnen stellen dat de naam [naam] sterke gelijkenissen vertoont met eisers eerdergenoemde alias [naam] en dat dit een aanwijzing vormt voor het gegeven dat eisers naam niet [naam] is. Tevens is een Facebookaccount onder de naam [naam] aangetroffen, waaruit blijkt dat de gebruiker wordt aangesproken met de namen [naam] , [naam] , [naam] en [naam] . Aan de gebruiker van dit account is op 25 januari 2018 een foto verzonden van het Eritrese paspoort op naam van [naam] , dat eiser ten tijde van zijn aanhouding in Ethiopië bij zich droeg. Op dit account komen zodoende zowel het paspoort dat eiser bij zich had toen hij werd opgepakt in Ethiopië voor, als de aliassen [naam] . De minister heeft zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat deze omstandigheden eveneens een sterke aanwijzing zijn dat eiser de persoon genaamd [naam] is en niet [naam] .
8.1.5.Bij eisers arrestatie in Ethiopië heeft hij een Eritrees paspoort overgelegd, met daarop de naam [naam] . Hiervan heeft de KMar een kopie ontvangen. De foto op dit paspoort komt duidelijk overeen met de uiterlijke kenmerken van eiser, heeft de KMar geconstateerd. Eisers persoonlijke gegevens zijn op basis van dit paspoort overgenomen en eiser is in Ethiopië veroordeeld onder deze naam.
8.1.6.Tot slot blijkt uit afgeluisterde telefoongesprekken die eiser heeft gevoerd dat hij door gesprekspartners werd aangesproken met de naam [naam] en dat eiser tijdens deze gesprekken heeft geprobeerd om belangrijke informatie over zijn identiteit te verhullen. Tevens blijkt uit de telefoongesprekken dat eiser meerdere identiteitsdocumenten op naam van [naam] wilde laten maken, waaronder een rijbewijs, een doopakte, een bewijs van verblijf in het vluchtelingenkamp Shegerab in Soedan, een vluchtelingendocument uit Ethiopië, een bewijs van betaling aan een bank en/of kerk en een bewijs van een regionaal administratiekantoor en/of een bewijs van aanvraag van een identiteitskaart. Van belang hierbij is dat eiser tijdens de gesprekken niet heeft gevraagd om deze documenten op te laten vragen bij officiële instanties of anderszins boven water te krijgen, maar om de genoemde documenten (valselijk) te produceren. Gelet op deze informatie heeft de minister zich niet ten onrechte op het standpunt gesteld dat hieruit een sterke aanwijzing volgt dat eiser informatie omtrent zijn identiteit tracht te verhullen. Temeer nu eiser tegen deze informatie niets tegenin heeft gebracht.