ECLI:NL:RBDHA:2025:16617

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 augustus 2025
Publicatiedatum
8 september 2025
Zaaknummer
C/09/689416 / KG ZA 25-765
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toestemming voor inschrijving van minderjarige op basisschool in kort geding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Den Haag op 15 augustus 2025, hebben beide partijen, de man en de vrouw, vervangende toestemming gevraagd voor de inschrijving van hun minderjarige kind op een basisschool. De voorzieningenrechter heeft de vordering van de man toegewezen, waarbij de keuze voor de school is gebaseerd op de kleinere klassen en de geschiktheid voor de minderjarige. De vrouw had aanvankelijk ook een verzoek ingediend voor inschrijving op een andere school, maar trok dit verzoek in tijdens de zitting. De voorzieningenrechter heeft de ouders doorverwezen naar een traject van Ouderschapsbemiddeling, gezien de onderlinge communicatieproblemen en de noodzaak om samen beslissingen te nemen over de opvoeding van hun kind. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat beide ouders zich inzetten voor een goede afronding van dit traject, in het belang van hun kind. De vordering van de man tot vergoeding van proceskosten is afgewezen, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Rechtbank den haag

Team handel - voorzieningenrechter
zaak- / rolnummer: C/09/689416 / KG ZA 25-765
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in kort geding ter zitting van 12 augustus 2025
in de zaak van
[eiser]te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. C. Elsinga te Leiden,
tegen:
[gedaagde]te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. M.M. Strengers te Soesterberg.
Partijen worden hierna respectievelijk aangeduid als ‘de man’ en ‘de vrouw’.
Aanwezig is mr. M.F. Baaij, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. E.X.R. Yi, griffier.
Tevens zijn aanwezig:
- eiser, vergezeld van zijn advocaat;
- gedaagde, vergezeld van mr. F.J. Mascini, waarnemend advocaat.
Nadat partijen hun standpunten hebben toegelicht, over en weer hebben gereageerd op de standpunten van de wederpartij en vragen van de voorzieningenrechter hebben beantwoord, heeft de voorzieningenrechter de zitting voor korte tijd geschorst. Na hervatting van de zitting heeft de voorzieningenrechter met toepassing van artikel 29a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) mondeling uitspraak gedaan. Deze luidt als volgt.

1.De gronden van de beslissing

1.1.
Partijen zijn op 19 juli 2022 een geregistreerd partnerschap met elkaar aangegaan. Bij beschikking van 7 juli 2025 van deze rechtbank is – voor zover hier van belang – de ontbinding van het geregistreerd partnerschap van partijen uitgesproken. In deze bodemprocedure met zaak- en rekestnummer C/09/678948 / FA RK 25-438 heeft de vrouw op 30 juli 2025 een gewijzigd en aanvullend verzoekschrift ingediend, waarin zij onder meer heeft verzocht om haar vervangende toestemming te verlenen om [minderjarige] in te schrijven op de [school 1] te [plaats 1] . Dit verzoek tot vervangende toestemming is van de bodemprocedure afgesplitst en bij de rechtbank ingeschreven onder zaak- en rekestnummer C/09/689497 / FA RK 25-5859. Op de zitting van 12 augustus 2025 heeft de vrouw haar verzoek tot vervangende toestemming ingetrokken.
1.2.
Partijen zijn de ouders van de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2021 te [geboorteplaats] (hierna: [minderjarige] ). Partijen oefenen samen het gezag over [minderjarige] uit.
1.3.
De man vordert in conventie om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- vervangende toestemming te verlenen, welke toestemming die van de vrouw vervangt, om [minderjarige] in te schrijven op basisschool [school 2] te [plaats 2] ;
- de vrouw te veroordelen in de proceskosten aan de zijde van de man.
1.4.
De vrouw vordert in reconventie om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
- vervangende toestemming te verlenen om [minderjarige] in te schrijven op de [school 1] te [plaats 1] ;
- kosten rechtens.
1.5.
De door de man in conventie gevorderde vervangende toestemming is toewijsbaar. De vorderingen van de man en de vrouw zullen voor het overige worden afgewezen. Deze beslissingen zijn op de volgende redenen gebaseerd.
1.6.
De voorzieningenrechter zal de man vervangende toestemming verlenen om [minderjarige] in te schrijven op basisschool [school 2] te [plaats 2] . Uit het overdrachtsformulier van 16 juli 2025 van Kinderopvang [bedrijfsnaam] blijkt dat [minderjarige] goed gedijt bij stabiliteit en weten wat er van hem wordt verwacht. [minderjarige] kan veel vertellen als hij zich veilig en gezien voelt. Hij voelt zich het prettigst bij gelijkgestemde kinderen. [minderjarige] is kennelijk een intelligent kind, maar niet is gebleken dat hij bijzondere aandacht of begeleiding nodig heeft waardoor een specifieke school is aangewezen. Uit de door beide partijen overgelegde stukken volgt dat zowel [school 2] als de [school 1] kwalitatief goede scholen zijn en [minderjarige] passend onderwijs kunnen bieden. Wat voor de voorzieningenrechter de doorslag heeft gegeven, is de omstandigheid dat [school 2] blijkens de schoolgids een kleinere school is met kleinere klassen. Dit lijkt meer aan te sluiten bij de behoefte van [minderjarige] , zoals geschetst door Kinderopvang [bedrijfsnaam] . Verder heeft de voorzieningenrechter in haar oordeel meegewogen dat de man onweersproken heeft gesteld dat de locatie van [school 2] voor hem praktisch gunstig is, omdat deze school iets beter op de route ligt naar en van het werk van de man. Daarbij wonen de ouders van de man in de buurt van deze school en zodat zij in voorkomende gevallen achtervang voor de zorg voor [minderjarige] kunnen zijn. De voorzieningenrechter merkt nadrukkelijk op dat deze praktische argumenten niet de doorslag voor de keuze voor [school 2] hebben gegeven.
1.7.
Op de zitting heeft de advocaat van de vrouw de suggestie gedaan om Kinderopvang [bedrijfsnaam] om advies te vragen over welke van de twee scholen die partijen voorstaan voor [minderjarige] geëigend is. De voorzieningenrechter heeft besloten om Kinderopvang [bedrijfsnaam] niet om advies te vragen, omdat de voorzieningenrechter het geven van schooladviezen niet tot de taken en expertise van een kinderopvangorganisatie behoort en zij niet verwacht dat de Kinderopvang [bedrijfsnaam] beide scholen dermate goed kent dat zij een gedegen en gewogen advies kan geven. De voorzieningenrechter acht zich daarbij voldoende voorgelicht om zelf een beslissing te nemen.
1.8.
Verder heeft de voorzieningenrechter op de zitting geconstateerd dat partijen moeite hebben met het maken van duidelijke afspraken, de onderlinge communicatie en het vormgeven van het gezamenlijke ouderschap. Zij vinden het allebei belangrijk dat daar verbetering in komt. Daarom hebben partijen op de zitting aangegeven dat zij willen deelnemen aan het traject Ouderschapsbemiddeling. De voorzieningenrechter zal partijen in de gelegenheid stellen deel te nemen aan dit traject, zoals blijkt uit het proces-verbaal van doorverwijzing dat aan dit vonnis is gehecht. Dit proces-verbaal is al per e-mail verzonden naar Jeugdteams Leidse Regio voor deelname aan voornoemd traject en aanmelding bij de betreffende uitvoerende hulpverleningsinstantie. Dit vonnis zal per post worden gezonden aan Jeugdteams Leidse Regio. De voorzieningenrechter zal bepalen dat de hulpverleningsinstanties de rechtbank in de bodemprocedure met zaak- en rekestnummer C/09/678948 / FA RK 25-438 informeert over het verloop van voornoemd traject.
1.9.
De voorzieningenrechter benadrukt dat het belangrijk is dat de ouders zich ervoor zullen inzetten om het traject goed af te ronden. Dat is in de eerste plaats in het belang van [minderjarige] , die nog jong is en zijn beide ouders nodig heeft en geen last moet krijgen van de onderlinge spanningen, en ook in het belang van de ouders, die samen verantwoordelijk zijn voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige] en nu en in de toekomst samen nog veel belangrijke beslissingen moeten nemen.
1.1
De moeder heeft na de mondelinge uitspraak alsnog het inschrijvingsformulier voor inschrijving bij [school 2] ondertekend.
Proceskosten
1.11.
De vordering van de man tot vergoeding van de proceskosten zal worden afgewezen. De voorzieningenrechter ziet in de familierechtelijke aard van dit geschil aanleiding om te bepalen dat iedere partij de eigen proceskosten draagt.

2.De beslissing

De voorzieningenrechter:
in conventie en reconventie
2.1.
verleent de man toestemming – welke toestemming die van de vrouw vervangt – om de minderjarige [minderjarige] , geboren op [geboortedatum] 2021 te [geboorteplaats] , in te schrijven op basisschool [school 2] te [plaats 2] ;
2.2.
stelt vast dat partijen, te weten:
[eiser] (de man),
wonende te [woonplaats] ,
en
[gedaagde] (de vrouw),
wonende te [woonplaats] ,
bij (aangehecht) proces-verbaal van doorverwijzing zijn verwezen naar Jeugdteams Leidse Regio voor deelname aan het traject Ouderschapsbemiddeling, en voor aanmelding bij de uitvoerende hulpverleningsinstantie;
beveelt de griffier binnen twee dagen na heden een afschrift van dit vonnis te zenden naar: Jeugdteams Leidse Regio – [adres] ;
2.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
2.4.
bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;
2.5.
wijst af het meer of anders gevorderde.
WAARVAN PROCES-VERBAAL,
…………………………………. …………………………………
mr. E.X.R. Yi mr. M.F. Baaij