ECLI:NL:RBDHA:2025:16621
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de vaststelling van de eigen bijdrage voor zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) door het CAK
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 11 september 2025, met zaaknummer SGR 24/3857, is het beroep van eiser ongegrond verklaard. Eiser, die zorg ontvangt vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz), was het niet eens met de berekening van zijn eigen bijdrage door het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Hij voerde aan dat het CAK ten onrechte was uitgegaan van een gezamenlijk vermogen in het peiljaar 2021, zonder rekening te houden met het aandeel van zijn toenmalige fiscale partner. De rechtbank oordeelde dat de regels van het Besluit langdurige zorg (Blz) en de Regeling langdurige zorg (Rlz) dwingendrechtelijk zijn en geen ruimte bieden voor afwijkingen. De rechtbank bevestigde dat het CAK de eigen bijdrage correct had vastgesteld op basis van de inkomensgegevens van de Belastingdienst, en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die een afwijkende berekening rechtvaardigden. Eiser kreeg geen gelijk en het beroep werd ongegrond verklaard, wat betekent dat hij ook geen griffierecht terugkrijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.