Voetnoten
1.Artikel 30b, eerste lid, aanhef en onder c en d, van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw 2000).
2.Omdat er tijdens de zitting geen tolk aanwezig was, heeft de rechtbank het onderzoek ter zitting niet gesloten en eiser de gelegenheid gegeven om na de zitting nog schriftelijk naar voren te brengen wat hij tijdens de zitting had willen zeggen. Verweerder heeft daarna de gelegenheid gekregen om daar een schriftelijke reactie op te geven.
3.Artikel 30b, eerste lid, onder c, van de Vw 2000.
4.Artikel 30b, eerste lid, onder d, van de Vw 2000.
6.Het arrest Y en Z van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof) van 5 september 2012 (C-71/11 en C-99/11), ECLI:EU:C:2012:518.
7.Een brief van VluchtelingenWerk Nederland van 28 mei 2025 met verschillende bronnen over de positie van afvalligen in Iran.
8.Artikel 31, zesde lid, onder b van de Vw 2000.
9.Artikel 31, zesde lid, onder e, van de Vw 2000.
10.Pagina 34 van het verslag nader gehoor.
11.Omgerekend naar de gregoriaanse kalender (die in Nederland wordt gebruikt).
12.Zie bijvoorbeeld pagina 8, 22 en 35 van het verslag nader gehoor.
13.Artikel 31, zesde lid, onder c, van de Vw 2000.
14.Zie pagina 24 van het verslag nader gehoor.
15.Pagina 38 van het verslag nader gehoor.
16.Pagina 38 van het verslag nader gehoor.
17.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) van 19 januari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:94 (rechtsoverweging 22.3). 18.Pagina 38 van het verslag nader gehoor.
19.Pagina 22 en 29 van het verslag nader gehoor.
20.Zie de uitspraak van de Afdeling van 19 januari 2022, rechtsoverweging 23.
21.Zie de uitspraak van de Afdeling van 19 januari 2022, rechtsoverweging 23.2.