ECLI:NL:RBDHA:2025:17657
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag met betrekking tot besluitmoratorium Syrië
In deze zaak heeft eiser, een vreemdeling uit Syrië, beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen door de minister van Asiel en Migratie op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De minister ontving de aanvraag op 12 januari 2024 en had volgens de wet binnen zes maanden, dus uiterlijk op 12 juli 2025, moeten beslissen. Echter, gedurende de periode van 14 december 2024 tot en met 13 juni 2025 gold er een besluitmoratorium voor asielaanvragen van vreemdelingen uit Syrië, waardoor de beslistermijn voor deze aanvragen werd verlengd met één jaar, tot maximaal 21 maanden. Eiser heeft de minister op 24 juni 2025 in gebreke gesteld, maar de rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestelling te vroeg is ingediend, aangezien de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, en is op 4 september 2025 openbaar gemaakt.