ECLI:NL:RBDHA:2025:1789
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet wegens inkomen niet-rechthebbende partner
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de intrekking van haar uitkering op grond van de Participatiewet (Pw) per 1 augustus 2023. Het college van burgemeester en wethouders van Pijnacker-Nootdorp heeft op 4 januari 2024 de uitkering ingetrokken, omdat het inkomen van de niet-rechthebbende partner van eiseres, die in Duitsland woont en werkt, hoger is dan de voor eiseres geldende bijstandsnorm. Eiseres ontving van 20 december 2021 tot en met 19 juni 2023 bijstand naar de norm van een alleenstaande ouder, maar na de wijziging van de norm naar die van gehuwden met een niet-rechthebbende partner, heeft het college besloten dat eiseres geen recht meer heeft op bijstand. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college terecht heeft gehandeld door de bijstandsuitkering in te trekken, omdat het inkomen van de partner boven de 50% van de gehuwdennorm ligt. De rechtbank oordeelt dat de gestelde hogere vaste lasten van de partner niet relevant zijn voor de beoordeling van het recht op bijstand. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.