ECLI:NL:RBDHA:2025:17904
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing opvolgende asielaanvraag wegens gebrek aan nieuwe relevante elementen
In deze zaak heeft eiser voor de tweede keer asiel aangevraagd in Nederland, waarbij hij stelt te vrezen voor de familie van een vrouw met wie hij een geheime relatie had. Eiser beweert dat hij geen Keniaan is, maar afkomstig uit Somalië, en dat het Keniaanse paspoort waarmee hij naar Nederland is gekomen, frauduleus is. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag echter niet in behandeling genomen, omdat eiser volgens de minister geen nieuwe relevante elementen heeft aangedragen ten opzichte van zijn eerdere asielaanvraag. De rechtbank heeft deze beslissing van de minister gevolgd en geoordeeld dat eiser niet heeft voldaan aan zijn inspanningsverplichting om aan te tonen dat het Keniaanse paspoort frauduleus is verkregen. Eiser heeft weliswaar documenten overgelegd die zijn Somalische nationaliteit zouden bevestigen, maar de rechtbank oordeelt dat deze documenten niet nieuw zijn en dat de minister de aanvraag terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Eiser krijgt geen vergoeding van zijn proceskosten.