ECLI:NL:RBDHA:2025:17915
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Afwijzing opvolgende asielaanvraag van Somaliër op basis van gebrek aan nieuwe elementen
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 24 september 2025, wordt het beroep van eiser, een Somaliër, tegen de afwijzing van zijn opvolgende asielaanvraag beoordeeld. Eiser had op 11 juni 2025 een nieuwe aanvraag ingediend, maar deze werd door de minister van Asiel en Migratie op 29 juli 2025 niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank behandelt zowel het beroep als het verzoek om een voorlopige voorziening op 11 september 2025, waarbij de gemachtigde van de verweerder aanwezig is, maar eiser en zijn gemachtigde niet verschijnen.
Eiser, geboren in 1998, heeft eerder asielaanvragen ingediend die zijn afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de eerdere afwijzingen en het gebrek aan nieuwe relevante elementen in de opvolgende aanvraag de niet-ontvankelijkheid rechtvaardigen. Eiser stelt dat hij medisch ongeschikt was tijdens het gehoor en dat hij nieuwe verklaringen over zijn homoseksuele geaardheid heeft, maar de rechtbank oordeelt dat hij geen concrete nieuwe informatie heeft gepresenteerd die zijn aanvraag zou kunnen ondersteunen.
De rechtbank concludeert dat de minister de aanvraag terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, omdat eiser geen nieuwe elementen heeft aangevoerd die de kans op inwilliging van zijn asielaanvraag aanzienlijk vergroten. Het beroep wordt ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen. Eiser krijgt geen proceskostenvergoeding.