AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Afwijzing aanvraag verblijfsvergunning regulier voor verblijf bij echtgenote
Op 30 september 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van een eiser die een aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier had ingediend met het doel om bij zijn echtgenote te verblijven. De aanvraag werd afgewezen door de minister van Asiel en Migratie, omdat de eiser niet voldeed aan het middelenvereiste. De rechtbank heeft de afwijzing beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van de eiser, die stelde dat de minister ten onrechte had overwogen dat zijn echtgenote niet over voldoende middelen van bestaan beschikte. De rechtbank concludeert dat de minister voldoende gemotiveerd heeft dat niet voldaan is aan het middelenvereiste, en dat de afwijzing van de aanvraag terecht was. De rechtbank heeft daarbij verwezen naar relevante jurisprudentie van het Hof van Justitie, waaronder de arresten Chakroun en Khachab, en heeft vastgesteld dat de minister een individuele beoordeling had moeten maken. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft geconcludeerd dat de inkomensgrens niet wordt gehaald en dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die aanleiding geven om van het beleid af te wijken. De rechtbank verklaart het beroep van de eiser ongegrond, wat betekent dat de afwijzing van de aanvraag in stand blijft. De proceskosten van de eiser worden niet vergoed.
Voetnoten
1.Voorheen de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Zowel de minister als de staatssecretaris worden voor de leesbaarheid in deze uitspraak aangeduid als de minister.
2.Zoals bedoeld in paragraaf B10/2.2 van de Vreemdelingencirculaire 2000 (Vc 2000).
3.Op grond van paragraaf B1/4.1 van de Vc 2000.
4.De Associatieovereenkomst van 1963, het Aanvullend Protocol van 1980 en Besluit 1/80 die geldt voor Turkse werknemers en hun familieleden.
5.Hof van Justitie 4 maart 2010, ECLI:EU:C:2010:117 (
6.Hof van Justitie 21 april 2016, ECLI:EU:C:2016:285 (
7.Zoals bedoeld in artikel 4:84 van de Awb.
8.COM (2014) 2010, paragraaf 4.4.
11.Zoals bedoeld in paragraaf B1/4.1 van de Vc 2000 en artikel 3.71 van het Vb 2000.
12.Zoals bedoeld in artikel 3.74 van het Vb 2000.
13.Interne administratiesystemen die toegang geven tot de gegevens van het Uitvoeringsinstituut voor Werknemersverzekeringen (UWV) en gemeentelijke sociale diensten.
14.Artikel 7 van de Gezinsherenigingsrichtlijn en artikel 3.22 van het Vb 2000.
15.WI 2021/7, middelen van bestaan.