In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres, een Syrische vrouw, die op 4 juli 2024 samen met haar kinderen een herhaalde aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft ingediend. De minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag op 13 juni 2025 niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiseres en haar kinderen internationale bescherming genieten in Frankrijk. De rechtbank heeft het beroep op 22 september 2025 behandeld, waarbij eiseres, haar gemachtigde en de gemachtigde van de minister aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en vernietigt het bestreden besluit van de minister. De rechtbank stelt dat de minister onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de belangen van de kinderen niet in de afweging zijn meegenomen en dat de psychische problemen van eiseres en haar kinderen niet voldoende zijn onderbouwd in het bestreden besluit. De rechtbank draagt de minister op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, waarbij de eerdere uitspraak in acht moet worden genomen. Tevens veroordeelt de rechtbank de minister in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 1.814,-.