ECLI:NL:RBDHA:2025:18141
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag met toepassing van besluit- en vertrekmoratorium Syrië
In deze zaak heeft eiseres, een Syrische, beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag is op 6 oktober 2023 ontvangen, en de minister had uiterlijk zes maanden na ontvangst moeten beslissen. Echter, deze termijn is verlengd met negen maanden op basis van WBV 2023/34. Gedurende de periode van 14 december 2024 tot 13 juni 2025 gold er een besluitmoratorium voor Syrië, wat betekent dat de minister gedurende deze tijd geen beslissingen nam op asielaanvragen van vreemdelingen uit Syrië. Hierdoor is de wettelijke beslistermijn voor de aanvraag van eiseres verlengd tot maximaal 21 maanden. Eiseres heeft de minister op 26 juni 2025 in gebreke gesteld en op 16 juli 2025 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat de ingebrekestelling prematuur was, omdat de beslistermijn nog niet was verstreken. Daarom is het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.