ECLI:NL:RBDHA:2025:18144
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag met toepassing van besluit- en vertrekmoratorium Syrië
In deze zaak heeft eiseres, afkomstig uit Syrië, beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag is op 31 oktober 2023 ontvangen, en de minister had uiterlijk binnen zes maanden moeten beslissen. Echter, de beslistermijn is verlengd met negen maanden op basis van WBV 2023/34, en er gold een besluitmoratorium voor Syrië van 14 december 2024 tot 13 juni 2025, waardoor de beslistermijn voor asielaanvragen is verlengd tot maximaal 21 maanden. Eiseres heeft de minister op 24 juni 2025 in gebreke gesteld en op 15 juli 2025 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat de ingebrekestelling prematuur was, omdat de beslistermijn nog niet was verstreken. Hierdoor is het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, en is op 21 augustus 2025 openbaar gemaakt.