ECLI:NL:RBDHA:2025:18174
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag met toepassing van besluit- en vertrekmoratorium Syrië
In deze zaak heeft eiser, een Syrische vreemdeling, beroep ingesteld tegen de minister van Asiel en Migratie omdat deze niet tijdig heeft beslist op zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De aanvraag is op 3 november 2023 ontvangen, en de minister had uiterlijk op 3 augustus 2025 moeten beslissen. Door de toepassing van WBV 2023/34 is de wettelijke beslistermijn met negen maanden verlengd, waardoor de totale beslistermijn maximaal 21 maanden bedraagt. Eiser heeft de minister op 20 februari 2025 in gebreke gesteld en op 7 juli 2025 beroep ingesteld. De rechtbank oordeelt dat de ingebrekestelling en het beroep prematuur zijn, omdat de beslistermijn op dat moment nog niet was verstreken. De rechtbank heeft besloten het beroep niet-ontvankelijk te verklaren, omdat eiser niet heeft gewacht tot de termijn was verstreken voordat hij beroep instelde. De uitspraak is gedaan door mr. G.P. Loman, rechter, en is op 21 augustus 2025 openbaar gemaakt.