ECLI:NL:RBDHA:2025:18176
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag met toepassing van besluit- en vertrekmoratorium Syrië
Deze uitspraak betreft het beroep dat eiseres heeft ingediend tegen de minister van Asiel en Migratie, omdat deze volgens eiseres niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minister de aanvraag op 14 november 2023 heeft ontvangen en dat hij uiterlijk binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag moet beslissen. Deze termijn is echter verlengd met negen maanden op basis van WBV 2023/34, waardoor de minister tot uiterlijk 14 augustus 2025 de tijd had om te beslissen. Eiseres, afkomstig uit Syrië, heeft op 23 juni 2025 de minister in gebreke gesteld en op 9 juli 2025 beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen. De rechtbank oordeelt dat de beslistermijn nog niet was verstreken op het moment van de ingebrekestelling en het beroep, waardoor deze prematuur zijn ingesteld. De rechtbank verklaart het beroep van eiseres niet-ontvankelijk.