Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
[naam 1] en [naam 2] , als toehoorders.
2.Het wrakingsverzoek
[wederpartij in de hoofdzaak] (hierna: de wederpartij). In de hoofdzaak heeft op 17 april 2025 een mondelinge behandeling plaatsgevonden. Aan het einde van die mondelinge behandeling hebben verzoekers de kantonrechter gewraakt naar aanleiding van het door hem gegeven voorlopig oordeel. Dit wrakingsverzoek is op 12 mei 2025 behandeld door de wrakingskamer en bij beslissing van 26 mei 2025 (ECLI:NL:RBDHA:2025:9345) afgewezen. In de beslissing is bepaald dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek.