Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de minister van Asiel en Migratie, verweerder
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
Op 3 januari 2024 heeft eiser, die de Algerijnse nationaliteit heeft, een opvolgende asielaanvraag ingediend. Deze aanvraag is door de minister van Asiel en Migratie op 23 april 2025 niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiser geen nieuwe elementen of bevindingen heeft aangevoerd die relevant zijn voor de beoordeling van zijn aanvraag. Eiser heeft eerder een asielaanvraag ingediend die op 2 maart 2023 als ongegrond is afgewezen. In zijn opvolgende aanvraag stelt eiser dat hij wordt gezocht door de Algerijnse autoriteiten vanwege zijn eerdere dienst bij de gendarmerie en dat hij bedreigd wordt met arrestatie en gevangenisstraf bij terugkeer naar Algerije. Hij verwijst naar een oproepbrief van 6 november 2023 en documenten van VluchtelingenWerk die zijn standpunt moeten onderbouwen.
De rechtbank heeft op 25 september 2025 de zaak behandeld. Eiser en zijn gemachtigde waren aanwezig, evenals de gemachtigde van de verweerder. De rechtbank oordeelt dat de nieuwe elementen die eiser aan zijn aanvraag heeft toegevoegd niet relevant zijn voor de beoordeling van zijn asielaanvraag. De rechtbank stelt vast dat eiser zijn vrees voor vervolging niet aannemelijk heeft gemaakt en dat de informatie die hij heeft verstrekt niet voldoende is om zijn aanvraag te onderbouwen. De rechtbank concludeert dat de minister terecht heeft geoordeeld dat er geen aanleiding was om eiser te horen op zijn opvolgende aanvraag.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt. Deze uitspraak is gedaan op 6 oktober 2025 door mr. K.M. de Jager, rechter, en is openbaar gemaakt.