ECLI:NL:RBDHA:2025:18651

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
6 oktober 2025
Publicatiedatum
9 oktober 2025
Zaaknummer
NL:TZ:2501494:R-RK
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) voor verzoeker in problematische schuldensituatie

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 6 oktober 2025 uitspraak gedaan op het verzoek van een verzoeker die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. De verzoeker heeft een aanvraag ingediend om toegelaten te worden tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker voldoet aan de voorwaarden voor toelating tot de WSNP, aangezien hij te goeder trouw was bij het ontstaan van zijn schulden en er voldoende aannemelijk is dat een buitengerechtelijke regeling niet mogelijk is. De rechtbank heeft het verzoek om een eerdere ingangsdatum van de WSNP gedeeltelijk toegewezen, waarbij de ingangsdatum is vastgesteld op 7 juli 2025, gebaseerd op de vaststelling van de afloscapaciteit door de schuldhulpverlener. De rechtbank heeft ook de verplichtingen beschreven waaraan de verzoeker moet voldoen tijdens de WSNP, waaronder een informatieverplichting en een afdrachtverplichting. De beslissing is openbaar uitgesproken en de verzoeker kan binnen acht dagen hoger beroep instellen tegen deze uitspraak.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
rekestnummer: NL:TZ:2501494:R-RK
vonnis van 6 oktober 2025
op het verzoek van:
[verzoeker] ,
geboren op [geboortedatum] 1963 te [geboorteplaats] ( [land] ),
wonende te [adres] ,
[postcode] [woonplaats] ,
hierna: [verzoeker] .
Waar deze zaak over gaat
[verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 29 september 2025. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan [verzoeker] een WSNP-informatieboekje meegezonden. Op de zitting verschenen:
- [verzoeker] ,
- [naam 1] , schuldhulpverlener van de gemeente Den Haag,
- [naam 2] , beschermingsbewindvoerder,
- [naam 3] , ambulant begeleider.

2.De beoordeling van het verzoek

Toelating tot de WSNP

2.1.
[verzoeker] kan alleen worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen. In beginsel moet een WSNP-verzoek ook zijn voorafgegaan door een deugdelijke poging om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen.
2.2.
Volgens de schuldhulpverlener is er een oude particuliere huurschuld die op geen enkele manier te achterhalen is. Daarnaast is [verzoeker] een tijd dakloos geweest, waardoor niet met zekerheid te zeggen is dat de schuldenlijst compleet is. Onder deze omstandigheden is het naar het oordeel van de rechtbank voldoende aannemelijk dat het niet mogelijk is om tot een succesvolle buitengerechtelijke schuldregeling te komen.
2.3.
[verzoeker] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.4.
De verplichtingen waaraan [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtverplichting.
2.5.
De wet schrijft voor dat de eerste dertien maanden van het traject een postblokkade geldt. Deze postblokkade geldt gedurende de materiële looptijd van de schuldsaneringsregeling. Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt stopt de postblokkade. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan. De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan [verzoeker] .
2.6.
Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. Als [verzoeker] zich gedurende die periode houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die achttien maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op [verzoeker] kunnen verhalen.
Ingangsdatum termijn van de WSNP
2.7.
Een termijn van een wettelijke schuldsaneringsregeling kan beginnen te lopen vanaf de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling als bedoeld in artikel 285, eerste lid, onder f Fw. Het moet gaan om een eerste aflossing tijdens ‘het minnelijk traject van schuldhulpverlening’ (HR 20 december 2024, ECLI:NL:HR:2024:1913, r.o. 3.9-3.10). Vanaf dat moment moet de schuldenaar maximaal aflossen op zijn schulden. Daarnaast moet hij zich in de verzochte periode maximaal inspannen om zoveel mogelijk baten voor de schuldeisers te verwerven.
2.8.
[verzoeker] verzoekt de ingangsdatum van de termijn van de WSNP te bepalen op 2 september 2024.
De rechtbank zal het verzoek om een eerdere ingangsdatum te bepalen gedeeltelijk toewijzen. Als uitgangspunt voor aanvang van het minnelijk traject hanteert de rechtbank Den Haag het moment waarop de schuldhulpverlener de afloscapaciteit heeft vastgesteld aan de hand van een eerste correcte berekening van het Vrij te laten bedrag (de vtlb-berekening): zie in dit verband onder meer Rechtbank Den Haag, 10 april 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:5966. Dit geldt ook ingeval van beslag/ontbrekende afdrachtcapaciteit, want bepalend is het moment van vaststelling door de schuldhulpverlener van de (ontbrekende) afdracht en daarvoor is een correcte vtlb-berekening nodig. De vtlb-berekening is vastgesteld op 7 juli 2025. De rechtbank zal daarom bepalen dat de termijn van een wettelijke schuldsaneringsregeling vanaf 7 juli 2025 begint te lopen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker] ,
geboren op [geboortedatum] 1963 te [geboorteplaats] ( [land] ),
wonende te [adres] ,
[postcode] [woonplaats] ;
- wijst het verzoek tot het bepalen van een eerdere ingangsdatum toe;
- stelt de termijn van deze regeling vast op achttien maanden, te rekenen vanaf 7 juli 2025;
- stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. D. de Loor en tot bewindvoerder:
P. Adam,
Postbus 7441,
3284 ZG Zuid-Beijerland;
- geeft de bewindvoerder opdracht om de komende dertien maanden, of zoveel eerder als de schuldsaneringsregeling eindigt, de post van [verzoeker] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
o zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
o voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. D. de Loor, rechter, in samenwerking met B.A.H. van der Ven, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 6 oktober 2025.
Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?
Tegen deze uitspraak kan degene die dat volgens de Faillissementswet mag gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen. Dat kan door een advocaat een verzoekschrift in te laten dienen bij de griffie van het gerechtshof in Den Haag.