Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser], eiser,
de minister van Asiel en Migratie, verweerder,
Procesverloop
Beslissing
Overwegingen
www.rechtspraak.nl.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 2 oktober 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen de verlenging van de overdrachtstermijn van een asielzoeker aan Duitsland. De eiser, een Libische nationaliteit, had op 2 januari 2025 een asielaanvraag ingediend in Nederland. Echter, de minister van Asiel en Migratie had op 6 mei 2025 besloten de overdrachtstermijn te verlengen tot achttien maanden, omdat de eiser ondergedoken was. De rechtbank heeft het beroep behandeld, maar de eiser en zijn gemachtigde waren niet verschenen. De minister was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde. Na de behandeling heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan en het beroep ongegrond verklaard.
De rechtbank overwoog dat de eiser op de hoogte was van zijn verplichtingen, maar niet beschikbaar was voor de geplande overdracht. De rechtbank concludeerde dat de verlenging van de overdrachtstermijn rechtmatig was, aangezien de eiser niet had ingelicht over zijn verblijfplaats en niet was verschenen op de opvanglocatie. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen een week na bekendmaking.