ECLI:NL:RBDHA:2025:187
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H. Hanssen - Telman
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens vertrek met onbekende bestemming
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 8 januari 2025, wordt het beroep van eiser tegen het besluit van de minister van Asiel en Migratie beoordeeld. De minister had op 26 november 2024 besloten om de asielaanvraag van eiser buiten behandeling te stellen. De rechtbank heeft, met toestemming van partijen, besloten om geen zitting te houden en het onderzoek te sluiten.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Dit houdt in dat de rechtbank de zaak niet inhoudelijk behandelt. De reden hiervoor is dat eiser op 16 september 2024 met onbekende bestemming is vertrokken en sindsdien geen contact meer heeft gehad met zijn gemachtigde, mr. A.J. de Boer. De gemachtigde heeft op 7 januari 2025 bevestigd dat er geen contact meer is met eiser.
Volgens vaste rechtspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State wordt aangenomen dat een vreemdeling die met onbekende bestemming is vertrokken, geen prijs meer stelt op de bescherming die hij aanvankelijk heeft verzocht. Aangezien eiser geen contact meer onderhoudt met zijn gemachtigde, concludeert de rechtbank dat hij geen belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling van zijn beroep. De rechtbank beslist dat het beroep niet-ontvankelijk is en dat eiser geen proceskostenvergoeding ontvangt.