In deze hersteluitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 13 oktober 2025, wordt de onrechtmatigheid van de bewaring van eiser door de minister van Asiel en Migratie behandeld. Eiser had op 24 september 2025 een maatregel van bewaring opgelegd gekregen, maar na een misverstand tussen de hulpofficier van justitie en de Koninklijke Marechaussee werd eiser ten onrechte heengezonden. Eiser heeft zich vervolgens weer gemeld, maar de minister heeft geen nieuwe maatregel opgelegd, waardoor eiser zonder titel in bewaring is gebleven. De rechtbank oordeelt dat de maatregel van bewaring feitelijk is opgeheven door de heenzending, ongeacht dat dit op een vergissing berustte. De rechtbank concludeert dat het beroep van eiser gegrond is, en gelast zijn invrijheidstelling. Tevens wordt een schadevergoeding van € 1600,- toegekend voor de onterechtelijke detentie van zestien dagen. De proceskosten van eiser worden vastgesteld op € 1.814,-. Deze uitspraak is een hersteluitspraak, omdat in de eerdere uitspraak een kennelijke verschrijving was gemaakt met betrekking tot de betrokken instantie.