Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] , V-nummer: [V-nummer 1] , eiseres,
[minderjarige kind], V-nummer: [V-nummer 2] (gemachtigde: mr. J.G. Wiebes),
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, zittingsplaats Utrecht, wordt het beroep van eiseres tegen het niet in behandeling nemen van haar asielaanvraag beoordeeld. De minister van Asiel en Migratie heeft de aanvraag op 27 augustus 2025 niet in behandeling genomen, omdat Kroatië verantwoordelijk is voor de aanvraag. De rechtbank heeft het beroep op 16 september 2025 behandeld, waarbij eiseres, haar gemachtigde, een tolk en de gemachtigde van de minister aanwezig waren.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat het niet in behandeling nemen van de aanvraag in stand blijft. Eiseres heeft aangevoerd dat zij risico loopt op illegale pushbacks en dat de Kroatische autoriteiten mogelijk niet verantwoordelijk zijn voor haar asielaanvraag. De rechtbank overweegt dat eiseres niet heeft betwist dat haar asielverzoek in Kroatië is geregistreerd en dat de Kroatische autoriteiten hun verplichtingen jegens eiseres zullen nakomen. De rechtbank concludeert dat er geen concrete aanwijzingen zijn dat eiseres een reëel risico loopt op een met artikel 3 van het EVRM strijdige behandeling.
Eiseres heeft ook betoogd dat het interstatelijk vertrouwensbeginsel niet meer kan worden gehanteerd ten aanzien van Kroatië, verwijzend naar een AIDA-rapport. De rechtbank stelt vast dat de minister in zijn algemeenheid mag uitgaan van dit beginsel en dat eiseres niet heeft aangetoond dat Kroatië zijn internationale verplichtingen niet nakomt. De rechtbank concludeert dat de minister deugdelijk heeft gemotiveerd waarom er geen sprake is van bijzondere individuele omstandigheden die een overdracht aan Kroatië van onevenredige hardheid zouden getuigen. Eiseres krijgt geen vergoeding van haar proceskosten.