ECLI:NL:RBDHA:2025:18922
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing asielaanvraag van een Palestijnse eiser met betrekking tot geloofwaardigheidsbeoordeling en inspanningsverplichting voor terugkeer naar Saoedi-Arabië
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedaan op 13 oktober 2025, wordt het beroep van eiser, een Palestijnse man, tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag door de minister van Asiel en Migratie beoordeeld. De rechtbank concludeert dat de asielaanvraag kennelijk ongegrond is. Eiser had zijn aanvraag ingediend na een periode van verblijf in Saoedi-Arabië en Libanon, en vreesde voor vervolging door Hezbollah. De rechtbank oordeelt dat de minister terecht heeft vastgesteld dat de verklaringen van eiser over zijn problemen met Hezbollah ongeloofwaardig zijn. Eiser had tegenstrijdige verklaringen afgelegd over zijn verblijf in Libanon en zijn redenen om Saoedi-Arabië te verlaten. De rechtbank wijst erop dat eiser niet tijdig een asielaanvraag heeft ingediend en dat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij niet kan terugkeren naar Saoedi-Arabië. De minister heeft bovendien een inspanningsverplichting aan eiser opgelegd om aan te tonen dat hij niet opnieuw geldig verblijf kan krijgen in Saoedi-Arabië. Eiser heeft onvoldoende bewijs geleverd dat hij aan deze verplichting niet kan voldoen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de asielaanvraag als kennelijk ongegrond.