ECLI:NL:RBDHA:2025:19014
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag wegens verantwoordelijkheid Duitsland
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 16 oktober 2025 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die werd vertegenwoordigd door mr. W.P.R. Peeters. De rechtbank heeft het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat Duitsland verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser had op 3 september 2025 een asielaanvraag ingediend, maar de minister van Asiel en Migratie heeft deze aanvraag niet in behandeling genomen. Eiser heeft vervolgens op 4 september 2025 beroep ingesteld tegen dit besluit, maar heeft geen gronden van beroep vermeld in het beroepschrift. De rechtbank heeft eiser op 16 september 2025 verzocht om de gronden binnen vijf werkdagen in te dienen, maar hierop is niet gereageerd. Op 30 september 2025 heeft de gemachtigde van eiser aangegeven dat het beroep was ingesteld om de termijn veilig te stellen, maar er zijn geen gronden ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat het verzuim niet verschoonbaar is en heeft daarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. Eiser krijgt geen vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.