Op 25 september 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaken SGR 22/2524 en SGR 22/2578, waarin eisers I en II beroep aantekenden tegen de verleende omgevingsvergunning aan vergunninghoudster voor de verbouwing van woningen tot een kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. De rechtbank heeft in een eerdere tussenuitspraak van 27 juni 2024 geconstateerd dat het bestreden besluit niet met de vereiste zorgvuldigheid was voorbereid en niet berustte op een deugdelijke motivering. De rechtbank heeft verweerder de gelegenheid gegeven om de gebreken te herstellen, maar in het herstelbesluit van 18 december 2024 zijn de geconstateerde gebreken niet volledig hersteld. De rechtbank oordeelt dat er geen rekening is gehouden met het verlies van parkeerplekken in de bestaande situatie door het bouwplan. De beroepen van eisers zijn gegrond verklaard, en zowel het herstelbesluit als het oorspronkelijke besluit zijn vernietigd. Verweerder moet binnen acht weken na verzending van de uitspraak een nieuw besluit nemen, waarbij rekening gehouden moet worden met de bevindingen van de rechtbank. Tevens zijn de proceskosten van eisers vergoed.