ECLI:NL:RBDHA:2025:19125

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
20 oktober 2025
Publicatiedatum
20 oktober 2025
Zaaknummer
NL25.28656
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proceskostenveroordeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling in asielzaak tegen de minister van Asiel en Migratie

Op 20 oktober 2025 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om proceskostenvergoeding door een asielzoeker. De verzoeker, vertegenwoordigd door mr. E. Ebes, had beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Nadat de minister van Asiel en Migratie alsnog een besluit had genomen, trok de verzoeker zijn beroep in, maar vroeg hij wel om vergoeding van de proceskosten. De rechtbank oordeelde dat de minister, door pas na het indienen van het beroep een besluit te nemen, aan de verzoeker tegemoet was gekomen. Daarom werd de minister veroordeeld tot betaling van de proceskosten, vastgesteld op € 453,50. De uitspraak werd gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, in aanwezigheid van K.D.M. Nijholt, griffier, en is openbaar gemaakt via rechtspraak.nl. De verzoeker heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG
Zittingsplaats Groningen
Bestuursrecht
zaaknummer: NL25.28656

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam], verzoeker,

V-nummer: [nummer],
(gemachtigde: mr. E. Ebes),
en

de minister van Asiel en Migratie, de minister.

Inleiding

1. Deze uitspraak gaat over het verzoek van verzoeker om de minister te veroordelen in de vergoeding van de proceskosten.
1.1.
De rechtbank doet uitspraak zonder zitting. [1]

Beoordeling door de rechtbank

2. Verzoeker heeft beroep ingesteld tegen het niet tijdig beslissen op zijn asielaanvraag. Vervolgens heeft de minister alsnog een besluit genomen. Verzoeker heeft daarop het beroep ingetrokken en daarbij gevraagd om de minister te veroordelen in de vergoeding van de proceskosten. [2]
3. De rechtbank stelt vast dat de minister pas na het indienen van het beroep tegen het niet tijdig beslissen alsnog een besluit heeft genomen. Daarmee is de minister aan verzoeker tegemoetgekomen. De minister dient daarom de proceskosten van verzoeker te betalen.

Conclusie en gevolgen

4. Het verzoek wordt toegewezen. De minister moet de door verzoeker gemaakte proceskosten vergoeden. Deze kosten stelt de rechtbank vast op € 453,50. [3]

Beslissing

De rechtbank veroordeelt de minister in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van
€ 453,50.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Munsterman, rechter, in aanwezigheid van K.D.M. Nijholt, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op rechtspraak.nl.
Deze uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 8:75 en 8:75a van de Awb, nader uitgewerkt in het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb).
3.Op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door de gemachtigde verleende rechtsbijstand, waarbij 1 punt is gerekend voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 907,- en een wegingsfactor van 0,5.